Kolom 1
Drukverlies branderkop.
Gasdruk gemeten op afnamepunt 1)(Afb. 27), met:
•
verbrandingskamer op 0 mbar
•
brander die aan het maximumvermogen werkt
Kolom 2
Drukverlies gassmoorklep 2)(Afb. 27) met maximumopening:
90°.
Om het ruw geschatte vermogen van de werking van de brander
te kennen:
–
trek van de gasdruk aan het afnamepunt 1)(Afb. 27) de druk
in de verbrandingskamer af.
–
Zoek in Tab. K van de brander de drukwaarde die het dichtst
bij het resultaat van de aftrekking ligt.
–
Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af.
Voorbeeld met aardgas G 20 voor RS 35/E BLU:
Werking aan het maximum vermogen
Gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 27)
Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 9,3 mbar, kolom 1, komt in Tab. K overeen met een
vermogen van 360 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet
wordt daarna gemeten op de gasmeter.
Om de noodzakelijke gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 27) te
kennen, na vaststelling van het maximum modulatievermogen
waarmee de brander moet werken:
–
zoek in Tab. K van de brander de waarde voor het vermogen
die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde ligt.
–
Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het
afnamepunt 1)(Afb. 27).
–
Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de
verbrandingskamer op.
Voorbeeld met aardgas G 20 voor RS 35/E BLU:
Werking aan het gewenste maximum vermogen: 360 kW.
Gasdruk bij een vermogen van 360 kW
Druk in de verbrandingskamer
druk nodig op het afnamepunt 1)(Afb. 27).
Installatie
= 11,3 mbar
= 2,0 mbar
11,3 - 2,0 = 9,3 mbar
= 9,3 mbar
= 2,0 mbar
9,3 + 2,0 =11,3 mbar
S8738
27
NL
1
2
Afb. 27
20073567