Elektrische aansluiting van de vlamdetectoren
Het is belangrijk dat de transmissie van de signalen zo goed
als vrij van storingen en verlies is:
Houd de kabels van de detector altijd gescheiden van de
andere kabels:
– De capacitieve reactantie van de lijn verkleint de grootte van
het vlamsignaal.
– Gebruik een afzonderlijke kabel.
Respecteer de toegelaten kabellengtes.
De ionisatiesonde is niet beveiligd tegen risico's op
Technische gegevens
Controledoos
Stroomnetspanning
Stroomnetfrequentie
Opgenomen vermogen
Veiligheidsklasse
Lading op klemmen
Zekering eenheid F1 (intern)
van "Ingang"
Primaire zekering van vast netwerk (extern)
Onderspanning
–
–
De ingangsstromen en de ingangsspanningen
–
–
–
–
Spanningsdetectie
–
–
Lading op klemmen
Contact totale lading
–
van "Uitgang"
–
Lading op een eenvoudig contact
Contactgever ventilatormotor
–
–
–
Uitgang alarmen
–
–
–
Ontstekingstransformator
–
–
–
Brandstofventiel
–
–
–
Werking van display
–
–
–
20073567
Technische beschrijving van de brander
Uitvallen voor veiligheid in de bedrijfspositie bij
netwerkspanning
Opnieuw gestart bij stijgen van netwerkspanning
UeMax
UeMin
Iemax
IeMin
On
Off
Nominale spanning
Totale ingangsspanning van de unit
(veiligheidscircuit)
- Contactgever ventilatormotor
- Ontstekingstransformator
- Ventiel
Nominale spanning
Nominale stroom
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
elektrische schokken; deze moet beschermd worden tegen
toevallige aanraking.
De aarding van de brander moet voorzien zijn volgens de
geldende normen; de aarding van alleen de ketel volstaat
niet.
Positioneer de ontstekingselektrode en de ionisatiesonde
zodanig dat de ontstekingsvonk geen boog op de sonde kan
vormen (risico op elektrische overbelasting).
AC 230 V -15 % / +10 %
50 / 60 Hz ±6 %
< 30 W (normaal)
I, met bestanddelen conform II en III volgens DIN EN
60730-1
6,3 AT
Max. 16 AT
< AC 186 V
> AC 195 V
UN +10%
UN -15%
1,5 mA piek
0,7 mA piek
AC 180...253 V
< AC 80 V
AC 230 V, 50 / 60 Hz
Max. 5 A
AC 230 V, 50 / 60 Hz
2A
cos > 0,4
AC 230 V, 50 / 60 Hz
1A
cos > 0,4
AC 230 V, 50 / 60 Hz
2A
cos > 0,2
AC 230 V, 50 / 60 Hz
2A
cos > 0,4
AC 230 V, 50 / 60 Hz
0,5A
cos > 0,4
14
NL