5
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
5.1
Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling van de brander moet
uitgevoerd worden door bevoegd personeel
volgens de uitleg in deze handleiding en conform
de van kracht zijnde normen en wetsbepalingen.
LET OP
Controleer of de mechanismen voor regeling,
bediening en veiligheid correct functioneren.
LET OP
5.2
Afstellingen vóór de ontsteking
De volgende regelingen moeten uitgevoerd worden:
controleer dat de gasmaatschappij de voedingsleiding
ontlucht heeft, en de lucht en het inerte gas in de leidingen
geëlimineerd heeft.
Open de manuele ventielen vóór de gasstraat langzaam.
Regel de minimum gasdrukschakelaar (Afb. 33 op pag. 32)
op het schaalminimum.
Regel de luchtdrukschakelaar (Afb. 32 op pag. 32) op het
schaalminimum.
Regel de drukschakelaar voor de dichtingscontrole (Kit
PVP)(Afb. 34 op pag. 32), indien aanwezig, volgens de
aanwijzingen die bij de Kit zelf worden geleverd.
Controleer de druk van de gastoevoer. Sluit daarvoor een
manometer aan op het drukafnamepunt 1)(Afb. 30) van de
minimum gasdrukschakelaar: hij moet minder bedragen dan
de toegestane maximumdruk van de gasstraat die op het
plaatje met de karakteristieken staat.
Een te hoge gasdruk kan de bestanddelen van de
gasstraat beschadigen en gevaar op ontploffing
veroorzaken.
20073567
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
D8085
Voor de opening van de brander wordt
verwezen naar de paragraaf "Veiligheidstest -
met gesloten gastoevoer" op pag. 49.
LET OP
Ontlucht de leiding van de gasstraat. Sluit daarvoor een
plastic leiding aan op het drukafnamepunt 1)(Afb. 30) van de
minimum gasdrukschakelaar.
Leg de ontluchtingsleiding buiten het gebouw tot u de geur
van gas waarneemt.
Sluit
in
een
elektromagnetische gaskleppen twee lampjes of een tester
aan om het juiste moment te zien waarop ze onder spanning
komen.
Deze handeling is niet nodig als beide elektromagnetische
kleppen voorzien zijn van een controlelampje dat de
elektrische spanning aangeeft.
Voordat de brander wordt ingeschakeld, wordt
aanbevolen de gasstraat zodanig af te stellen dat
de
veiligheidsomstandigheden, en dus met een zeer
VOORZICHTIG
zwak gasdebiet.
30
NL
parallelschakeling
met
ontsteking
plaatsvindt
1
de
twee
in
optimale
Afb. 30