4.10
Gastoevoer
Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken
in aanwezigheid van een ontvlambare bron.
Voorzorgsmaatregelen:
wrijvingen, vonken, warmte.
Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof
gesloten is alvorens werkzaamheden op de
brander uit te voeren.
De installatie van de toevoerleiding van de
brandstof moet uitgevoerd worden door bevoegd
personeel, volgens de uitleg in deze handleiding
en conform de van kracht zijnde normen en
LET OP
wetsbepalingen.
4.10.1 Gastoevoerleiding
Legende (Afb. 22 - Afb. 23 - Afb. 24 - Afb. 25)
1
Gastoevoerleiding
2
Manueel ventiel
3
Antivibratiekoppeling
4
Manometer met drukknopkraan
5
Filter
6A
Bevat:
– filter
– werkingsventiel
– veiligheidsklep
– drukregelaar
6C
Bevat:
– veiligheidsklep
– werkingsventiel
6D
Bevat:
– veiligheidsklep
– werkingsventiel
– drukregelaar
– Filter
7
Minimum gasdrukschakelaar
8
Dichtingscontrole,
geïntegreerd, in functie van de code van de gasstraat.
Volgens de norm EN 676 is de dichtingscontrole verplicht
voor branders met een maximumvermogen boven 1200
kW.
9
Pakking, enkel voor "geflenste" versies
10
Drukregelaar
11
Adapter straat-brander, afzonderlijk geleverd
P2
Druk vóór de ventielen/regelaars
P3
Druk vóór de filter
L
Gasstraat, afzonderlijk geleverd
L1
Ten laste van de installateur
voorkom
geleverd
als
accessoire
Installatie
MB
stoten,
20057264
MBC-VDG
20062223
DMV
of
20062227
CB
20062228
25
NL
Afb. 22
Afb. 23
Afb. 24
Afb. 25
20073567