5.8.1 LCD-scherm
5.8.2 LED-indicaties
Device-LED's pomp
Storingsindicator (rood)
Waarschuwingsindicator (geel)
Bedrijfstoestandsindicator (groen)
Status-LED CAN-bus (extern)
5.9 Hiërarchie van bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden
Bij een storing verschijnt de indicator
zie hoofdstuk "Storingen verhelpen"
- zie hoofdstuk "Storingen verhelpen"
De storingsindicator brandt, als het vloeistofpeil in de doseertank onder
het tweede schakelpunt van de niveauschakelaar daalt (20 mm restniveau
in de doseertank).
Deze brandt ook bij andere storingen - zie hoofdstuk "Storingen ver‐
helpen".
De waarschuwingsindicator brandt, als het vloeistofpeil in de doseertank
onder het eerste schakelpunt van de niveauschakelaar daalt.
Deze brandt ook bij andere waarschuwingen - zie hoofdstuk "Storingen
verhelpen".
De bedrijfstoestandsindicator brandt, als de pomp bedrijfsklaar is en geen
storings- of waarschuwingsmeldingen binnenkomen. De indicator gaat
korte tijd uit, als de pomp een slag uitvoert.
Deze LED bij de aandrijving is de bovenste in de rij van 4 LED's.
Kleur
Knippercode Oorzaak
Groen
Brandend
Groen
knipperend
Rood
Willekeurig
De verschillende bedrijfsmodi, functies en storingstoestanden, hebben elk
een verschillend effect op de werking van de pomp.
Functieomschrijving
„Fout" , evenals een foutmelding -
Gevolg
Bus-status
Normaal
bedrijf bus
OPERATI‐
ONAL
Bus-status
Op dit
moment
PRE-OPE‐
geen over‐
RATIONAL
dracht van
gemeten
waarden
Bus-fout
Geen over‐
dracht van
meet‐
waarden
Verhelpen
-
Kort
wachten.
HMI loskop‐
pelen en
opnieuw ver‐
binden
Controleer
of de CAN-
verbinding
een storing
heeft.
Neem con‐
tact op met
de serviceaf‐
deling
23