Modus-instelling
van de Auto- naar de
Lock-modus
van de Lock- naar de
Auto-modus
van de Auto- naar de
Free-modus
van de Free- naar de
Auto-modus
van de Lock- naar de
Free-modus
4.
Aanwijzingen voor het gebruik van uw orthese
4.1
De juiste schoen
De orthopedisch technicus of gekwalificeerde/opgeleide expert voert instellingen bij de orthese uit, wanneer u
de orthese aanpast en uw eerste stappen daarmee maakt. Omdat u eerst aan uw nieuwe orthese moet wennen,
moeten de instellingen in de eerste weken van gebruik regelmatig gecontroleerd en eventueel opnieuw aan uw
zekerheidsbehoefte aangepast worden. De instellingen van de orthese worden afgestemd op het paar schoenen
(heel drop) waarmee u met de orthese begint te lopen. Wanneer u andere schoenen wilt dragen, moet uw
orthopedisch technicus of een gekwalificeerde/opgeleide expert controleren of de instellingen ook voor deze
schoenen geschikt zijn.
4.2
Loopcursus
Om ervoor te zorgen dat u uw orthese optimaal gebruikt, is aan te raden dat u een fysiotherapeutische loop-
cursus volgt.
In een loopcursus moet vooral het volgende worden geleerd:
- voldoende lange stappen, omdat deze doorslaggevend zijn voor het functioneren van het systeemkniege-
wricht
- rechtop lopen met gering voorover buigen van het bovenlichaam
Toelichting
U moet uw knie strekken. Het systeemkniegewricht moet contact
hebben met de extensieaanslag, zodat de vertanding correct in
elkaar grijpt.
U hoeft nergens op te letten.
U moet een extensiemoment leveren, zodat de orthese wordt
ontgrendeld. De vergrendelingspal moet uit de vertanding los-
gemaakt zijn en er mag geen plantairflexie plaatsvinden. U kunt
daarbij zitten en met uw hand de knie naar achter duwen.
U hoeft nergens op te letten.
Zet eerst de bedieningshendel op Auto-modus. Volg nu de in-
structies voor de moduswissel van de Auto- naar de Free-modus.
Afb. 4
Afb. 5
Afbeelding
4 en 5
niet afgebeeld
6
niet afgebeeld
niet afgebeeld
Afb. 6
7