HOOFDSTUK 11 − RICHTLIJNEN BEKLEDE ELEKTRODE
11-1. Lasprocedure met beklede elektroden
2
1
Benodigde
gereedschappen:
LASSEN
5
4
7
3
6
!
De lasstroom start als de
elektrode het werkstuk raakt.
!
Lasstroom
kan
elektro-
nische onderdelen in voertui-
gen beschadigen. Ont- kop-
pel beide accukabels voor-
dat u aan een voertuig gaat
lassen. Plaats de massaklem
zo dicht mogelijk bij de las.
1
Lasobject
Zorg dat het lasobject schoon is voor
u begint te lassen.
2
Massaklem
3
Elektrode
Een elektrode met een kleine dia-
meter heeft minder stroom nodig
dan een grote. Volg de instructies
van de fabrikant van de elektrode
als u de lasstroom instelt (zie sectie
11-2).
4
Geïsoleerde elektrodehouder
5
Stand elektrodehouder
6
Booglengte
De booglengte is de afstand van de
elektrode tot het werkstuk. Een kor-
te boog met de juiste stroomsterkte
geeft een scherp krakend geluid af.
7
Slak
Verwijder slak met een bikhamer en
een staalborstel. Verwijder slak en
controleer het lasbad voor u weer
verder gaat met lassen.
stick 2007−04 − ST-151 593
OM-245 849 Pagina 27