De weergegeven bandenspannin-
gen 3 hebben betrekking op een
bandentemperatuur van 20 °C.
De linker waarde geeft de ban-
denspanning van het voorwiel
aan, de rechter waarde de ban-
denspanning van het achterwiel.
Direct na het inschakelen van
-- --
het contact wordt
gegeven, omdat het overdragen
van de bandenspanningswaarde
pas begint na de eerste over-
schrijding van een snelheid van
30 km/h.
Verlichting
Stadslicht
Het parkeerlicht wordt automa-
tisch tegelijk met het contact in-
geschakeld.
Het stadslicht belast de
accu. Het contact slechts
voor een beperkte tijdsduur
inschakelen.
Dimlicht
Het dimlicht wordt automatisch
ingeschakeld na het starten van
de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inschakelen,
weer-
door bij ingeschakeld contact het
grootlicht in te schakelen of het
lichtsignaal te bedienen.
Grootlicht en lichtsignaal
Schakelaar 1 aan de bovenzijde
indrukken om het grootlicht in
te schakelen.
Schakelaar 1 aan de onderzijde
indrukken om het lichtsignaal
te bedienen.
Parkeerlicht
Contact uitschakelen.
4
49
z