2
1
Afb. Schakelaars
1. Voegensnijder, activering
2. Voegensnijder/randenpers,
Omhoog/Omlaag
78
Interlock/noodrem/parkeerrem - controleren
De interlock, noodrem en parkeerrem moeten
De interlock, noodrem en parkeerrem moeten
dagelijks voor gebruik worden gecontroleerd. Voor
dagelijks voor gebruik worden gecontroleerd. Voor
een functiecontrole van de interlock en noodrem is
een functiecontrole van de interlock en noodrem is
een herstart vereist.
een herstart vereist.
De interlockfunctie moet staande door de chauffeur
De interlockfunctie moet staande door de chauffeur
worden gecontroleerd, terwijl de wals heel langzaam
worden gecontroleerd, terwijl de wals heel langzaam
vooruit en achteruit rijdt (in beide richtingen
vooruit en achteruit rijdt (in beide richtingen
controleren). Houd het stuurwiel stevig vast en zet u
controleren). Houd het stuurwiel stevig vast en zet u
schrap voor een plotselinge stilstand. Er klinkt een
schrap voor een plotselinge stilstand. Er klinkt een
zoemer en na 7 seconden wordt de motor
zoemer en na 7 seconden wordt de motor
uitgeschakeld en worden de remmen geactiveerd.
uitgeschakeld en worden de remmen geactiveerd.
Controleer de werking van de noodrem door op de
Controleer de werking van de noodrem door op de
noodstopknop te drukken terwijl de wals langzaam
noodstopknop te drukken terwijl de wals langzaam
vooruit en achteruit rijdt (in beide richtingen
vooruit en achteruit rijdt (in beide richtingen
controleren). Houd het stuurwiel stevig vast en zet u
controleren). Houd het stuurwiel stevig vast en zet u
schrap voor een plotselinge stilstand. De motor stopt
schrap voor een plotselinge stilstand. De motor stopt
en de remmen worden geactiveerd.
en de remmen worden geactiveerd.
Als bij het testen van de noodrem een fout wordt
Als bij het testen van de noodrem een fout wordt
waargenomen, moet deze onmiddellijk worden
waargenomen, moet deze onmiddellijk worden
vervangen.
vervangen.
Controleer de werking van de parkeerrem door de
Controleer de werking van de parkeerrem door de
knop voor de parkeerrem in te drukken terwijl de wals
knop voor de parkeerrem in te drukken terwijl de wals
heel langzaam vooruit en achteruit rijdt (in beide
heel langzaam vooruit en achteruit rijdt (in beide
richtingen controleren). Houd het stuurwiel vast en zet
richtingen controleren). Houd het stuurwiel vast en zet
u schrap voor een plotselinge stilstand wanneer de
u schrap voor een plotselinge stilstand wanneer de
remmen geactiveerd worden. De motor schakelt niet
remmen geactiveerd worden. De motor schakelt niet
uit.
uit.
Voegensnijder (accessoire)
De machine moet zijn ingeschakeld om de
kantsnijder/-verdichter te activeren.
Selecteer met knop (1) om de voegensnijder en
sproeierklep voor de voegensnijder te activeren.
Het besproeien van de voegensnijder gebeurt door het
normale sproeiersysteem van de walsrollen te
activeren en vervolgens met het ingestelde interval in
de automodus te draaien.
De voegensnijder kan ook worden besproeid door de
blauwe knop op de bedieningshendel ingedrukt te
houden.
Als de machine in de werkstand staat en u op de knop
linksonder op de hendel (2) drukt, wordt de
kantsnijder/-verdichter met behulp van een
hydraulische cilinder omlaag gebracht naar het
asfaltoppervlak. Om de kantsnijder/-verdichter terug te
zetten in de oorspronkelijke stand, drukt u op de knop
4812164414_A.pdf
Bediening
2021-04-29