Procedure
• Giet kleine hoeveelheden geselecteerde bufferoplossingen in schone bekers.
Gebruik voor een nauwkeurige kalibratie twee bekers voor elke bufferoplossing:
de eerste voor het spoelen van de elektrode en de tweede voor kalibratie.
• De gemeten pH-waarde wordt weergegeven, evenals de temperatuur en de
bufferwaarde op het tweede niveau.
• Druk indien nodig CALL POINT en gebruik de pijltjestoetsen om de juiste buffer
te selecteren.
• Dompel de sensoren in de eerste bufferspoeloplossing en roer voorzichtig.
• Dompel de pH-sensor en de temperatuurelektrode in de gekozen buffer en roer
voorzichtig. De temperatuur, pH-bufferwaarde en "Not ready" worden weerge-
geven.
• Zodra de lezing is gestabiliseerd zal de timer aftellen totdat "Ready" verschijnt.
• Druk CONFIRM om het eerste punt te bevestigen.
• Dompel, nadat het kalibratiepunt bevestigd is, de sensoren in de volgende buf-
ferspoeloplossing en roer voorzichtig, om kruisbesmetting te voorkomen.
• Druk CAL POINT om de volgende buffer (indien nodig) te selecteren, en herhaal
bovenstaande kalibratieprocedure met de tweede en derde buffers.
Opmerking De kalibratieprocedure kan na een 1- of 2-puntskalibratie met ESC
worden beëindigd. De melding "Storing", gevolgd door "Calibration
completed" wordt weergegeven.
• Druk OK om terug te keren naar het kalibratiemenu.
• Druk MEASURE om terug te keren naar het meetscherm.
Kalibratie eigen buffer
Een aangepaste buffer kan worden gebruikt in combinatie met de standaard buffers
als onderdeel van een 1-, 2- of 3-punts kalibratie.
27