Voor een correcte installatie
• Smeer de sensor-O-ring met het middel in de onderhoudskit. Nooit vervangen
door ander vet of smeermiddelen, dit kan ertoe leiden dat de O-ring zwelt.
• Plaats de sensor in de juiste kleurgecodeerde opening bij het positioneren van
de connectorsleutel naar het midden van de elektrode. Zorg ervoor dat de con-
nector correct is geplaatst (de sensor mag niet meer vrij kunnen bewegen) voor
het aandraaien.
• Ga verder met het aandraaien met het in de onderhoudskit bijgeleverde gereed-
schap totdat de sensor goed vast zit.
• Schroef de beschermhuls op de elektrode om de sensoren te beschermen.
• Met de meter uit, connecteer de elektrode aan de DIN-aansluiting op de onder-
kant van de meter.
• Zet het instrument aan met de ON/OFF-toets. De meter herkent automatisch de
geïnstalleerde sensoren. Als u een foutmelding krijgt, of de sensor wordt niet
herkend, herconneceer de sensor of elektrode en probeer het opnieuw.
BATTERIJEN VERVANGEN
• Schakel het instrument uit.
• Open het batterijcompartiment door het verwijderen van de vier schroeven van
de achterkant van het instrument.
H I 7698196
15