MODULAIRE VENTILATORCONVECTOR
2.3
Voorbereidingen voor installatie
14
2.3.1 Elektrische aansluitingen (PS-H, -K, -HK)
Waarschuwing:
w
• De netvoeding van de modulaire ventilatorconvector
moet geaard zijn en voldoen aan de lokaal geldende
voorschriften en bepalingen.
• Verzeker u ervan dat de netvoedingsgroep waaraan u
werkt, uitgeschakeld is.
1. Plaats een contactdoos met randaarde op niet meer dan 1,5 m van
de aansluitzijde van de basismodule.
2. Sluit de wandcontactdoos aan op de netvoeding. Schakel de
netvoedingsgroep nog niet in!
2.3.2 Elektrische aansluitingen (PS-HE)
Waarschuwing:
w
• De netvoeding van de modulaire ventilatorconvector
moet geaard zijn en voldoen aan de lokaal geldende
voorschriften en bepalingen.
• Verzeker u ervan dat de netvoedingsgroep waaraan u
werkt, uitgeschakeld is.
1. Plaats een alpolige schakelaar met een contactscheiding van
minimaal 3 mm.
2. Sluit de schakelaar aan op de netvoeding. Schakel de
netvoedingsgroep nog niet in!
2.3.3 Aansluitingen bediening en regeling
1. Leg de meegeleverde besturingskabel aan.
Indien meerdere toestellen op één bedieningspaneel worden
aangesloten moet de besturing worden doorgelust. Leg dan ook
een tweede besturingskabel aan.
2. Indien externe regelingen worden toegepast: leg de bekabeling
voor externe regelingen aan (voor meer informatie over externe
regelingen, zie paragraaf 2.5.4 en 2.6.4).
2.3.4 Wateraansluitingen (PS-H, -K, -HK)
1. Breng de CV-leidingen en/of KW-leidingen aan.
Opmerking:
n
Biddle raadt aan in beide leidingen een afsluiter op te nemen.
Bij toestellen met koeling:
2. Breng een rioolaansluiting met stankafsluiter aan voor de
condenswaterafvoer.