5
Beëindig de log.
Om de log te beëindigen en op de
geheugenkaart op te slaan voordat de
geselecteerde duur van de log is bereikt,
selecteer Locatiegegevens > Log maken >
Locatiegegevens vastleggen, markeer
vervolgens Stoppen en druk op J. Het
toegangslampje van de geheugenkaart brandt
terwijl de camera de loggegevens op de
geheugenkaart opslaat; verwijder niet de
batterij of geheugenkaart terwijl het toegangslampje brandt.
A
Logs pauzeren
Selecteer Pauzeren in het scherm Log maken om de log te pauzeren. De
log kan worden hervat door Herstarten te selecteren.
A
Locatiegegevens vastleggen
Wanneer het volgen actief is, blijft de camera satellietsignalen monitoren, zelfs wanneer deze uit
is. Om te voorkomen dat de logs worden onderbroken, moet u controleren of de batterij van de
camera volledig is opgeladen voordat de volgfunctie wordt ingeschakeld.
A
Het routelogscherm
Terwijl het volgen actief is, verschijnt de aanduiding rechts in het
informatiescherm.
A
Logdatums bekijken
Het selecteren van Loglijst voor Locatiegegevens toont een lijst met
datums waarop logs werden vastgelegd. In het geval van datums met
meerdere logs, zijn de individuele logs te herkennen aan het nummer.
Meer over fotografie
77