6
Geef de Picture Control een naam.
Standaard worden nieuwe Picture Controls
benoemd door een tweecijferig getal
(automatisch toegewezen) aan de naam van
de bestaande Picture Control toe te voegen;
ga verder naar stap 7 om de standaardnaam
te gebruiken. Draai aan de instelschijf om de cursor naar het naamveld te
verplaatsen. Om een letter in te voeren, gebruik de multi-selector om het gewenste
teken in het toetsenbordveld te markeren en druk op J. Druk op de O-knop om
het teken bij de huidige cursorpositie te wissen.
Namen van eigen Picture Controls kunnen maximaal negentien tekens lang zijn.
Alle tekens na het negentiende teken worden verwijderd.
7
Sla de wijzigingen op en sluit af.
Druk op X om de wijzigingen op te slaan en
sluit af. De nieuwe Picture Control verschijnt in
de Picture Control-lijst.
A
Picture Control beheren > Hernoemen
Eigen Picture Controls kunnen op elk gewenst moment worden hernoemd met behulp van de
optie Hernoemen in het menu Picture Control beheren.
A
Picture Control beheren > Wissen
De optie Wissen in het menu Picture Control beheren kan worden gebruikt om de
geselecteerde eigen Picture Controls te verwijderen wanneer ze niet langer nodig zijn.
A
Het pictogram van de originele Picture Control
De originele voorinstelling Picture Control waarop de
eigen Picture Control is gebaseerd, wordt aangeduid door
een pictogram in de rechterbovenhoek van het
bewerkingsvenster.
116 Standen P, S, A en M
Toetsenbordveld
Naamveld
Pictogram origineel Picture Control