Monitor
Flitserfout
Fout. Druk opnieuw op de
ontspanknop.
Opstartfout. Neem contact op met
een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Meetfout
Kan livebeeld niet starten. Wacht
tot de camera is afgekoeld.
Map bevat geen beelden.
Kan dit bestand niet weergeven.
Kan dit bestand niet selecteren.
Geen beeld om te retoucheren.
Kan geen verbinding maken.
Meerdere apparaten gedetecteerd.
Probeer later opnieuw.
Fout
Netwerktoegang is pas beschikbaar
nadat de camera is afgekoeld.
Controleer de printer.
Controleer het papier.
Het papier zit vast.
Het papier is op.
Controleer de inkt.
De inkt is op.
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer informatie.
258 Technische opmerkingen
Aanduiding
Zoeker
s
(knippert)
O
(knippert)
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Oplossing
Fout bij het updaten van de firmware voor
optionele flitser. Neem contact op met een door
Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Ontspan de sluiter. Als de fout zich blijft voordoen,
neem dan contact op met een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Raadpleeg een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Wacht totdat alle interne schakelingen zijn
afgekoeld voordat livebeeld of filmopname
wordt hervat.
Map geselecteerd voor weergave bevat geen
beelden (merk op dat dit bericht wordt
weergegeven als een geheugenkaart is
geplaatst nadat Huidige is geselecteerd voor
Weergavemap in weergavemenu en weergave
is gestart voordat er foto's zijn gemaakt). Plaats
een andere geheugenkaart of selecteer Alle
voor Weergavemap.
Bestand kan niet worden afgespeeld op de camera. —
Beelden die met andere apparaten zijn gemaakt,
kunnen niet worden geretoucheerd.
De geheugenkaart bevat geen NEF (RAW)-
afbeeldingen voor gebruik met NEF (RAW)-
verwerking.
Meerdere smartapparaten proberen gelijktijdig
verbinding te maken met de camera. Wacht
enkele minuten alvorens opnieuw te proberen.
Selecteer Uitschakelen voor Wi-Fi >
Netwerkverbinding, selecteer vervolgens
nogmaals Inschakelen.
Schakel de camera uit en probeer opnieuw
nadat de camera is afgekoeld.
Controleer de printer. Selecteer Doorgaan
(indien beschikbaar) om te hervatten.
Papier is niet het geselecteerde formaat. Plaats
papier met het juiste formaat en selecteer
Doorgaan.
Verwijder vastgelopen papier en selecteer
Doorgaan.
Plaats papier met het geselecteerde formaat en
selecteer Doorgaan.
Controleer de inkt. Selecteer Doorgaan om te
hervatten.
Vervang de inktcartridge en selecteer
Doorgaan.
0
—
—
—
124,
127
12,
175
206
213
168
172
—
*
—
*
—
*
—
*
—
*
—
*
—