D
Locatiegegevens
Lokale geografische en atmosferische omstandigheden kunnen het verzamelen van
locatiegegevens voorkomen of vertragen. De camera kan mogelijk geen gegevens ontvangen op
locaties binnenshuis, ondergronds of in metalen containers, of in de nabijheid van bruggen en
andere grote bouwwerken, bomen, hoogspanningslijnen of andere voorwerpen die
satellietsignalen blokkeren of weerkaatsen. Let op de ondergrond waar u loopt en de omgeving
bij het zoeken naar locaties met een goed ontvangst. De posities van navigatiesatellieten
veranderen continu, wat het verzamelen van locatiegegevens op bepaalde tijdstippen van de dag
voorkomt of vertraagt. De aanwezigheid van mobiele telefoons of andere apparaten die op
frequenties dichtbij navigatiesatellieten verzenden, kunnen ook het verzamelen van
locatiegegevens hinderen.
Merk op dat in sommige gevallen het enige tijd kan duren voordat een signaal wordt ontvangen,
bijvoorbeeld onmiddellijk nadat de batterij is geplaatst of wanneer de functie Locatiegegevens
opslaan voor het eerst wordt ingeschakeld, of na een periode dat er lange tijd geen gebruik is
gemaakt van de camera. Locatiegegevens voor films zijn bedoeld voor het starten van de
opname. Er worden geen gegevens aan routelogs toegevoegd terwijl de camera niet in staat is
locatiegegevens te ontvangen; bovendien worden er geen routelogs geregistreerd als de klok
niet is ingesteld, er geen geheugenkaart is geplaatst of als er een van de volgende handelingen
wordt uitgevoerd terwijl de locatiegegevensfunctie is ingeschakeld: de batterij is bijna leeg of is
verwijderd, Uit is geselecteerd voor Locatiegegevens > Locatiegegevens opslaan in het setup-
menu of er is een optionele locatiegegevenseenheid aangesloten. Merk op dat het uitschakelen
van de camera niet de locatiegegevensfunctie uitschakelt.
Afhankelijk van de nauwkeurigheid van de verzamelde gegevens van het satellietsysteem en de
effecten van lokale topografie op de satellietontvangst, kunnen op foto's geregistreerde
locatiegegevens met maximaal enkele honderden meters verschillen van de werkelijke locatie.
A
Optionele locatiegegevenseenheden aansluiten
Optionele Nikon-locatiegegevenseenheden kunnen met behulp van de meegeleverde kabel op
de accessoire-aansluiting van de camera worden aangesloten (0 237). Zet de camera uit voordat
de eenheid wordt aangesloten. Wanneer er een optionele locatiegegevenseenheid is bevestigd,
wordt de ingebouwde locatiegegevenseenheid uitgeschakeld en ontvangt de camera uitsluitend
locatiegegevens van de optionele eenheid, maar kunnen nog wel de Locatiegegevens > GPS-
opties > Stand-by-timer en de optie Klok instellen via satelliet in het setup-menu worden
gebruikt (0 79). Er kunnen geen routelogs worden aangemaakt wanneer er een optionele
locatiegegevenseenheid is aangesloten.
Raadpleeg de handleiding van de locatiegegevenseenheid voor meer informatie.
Meer over fotografie
81