❚❚ Vibratiereductie (VR)
De objectieven zoals beschreven in dit hoofdstuk ondersteunen vibratiereductie (VR)
waardoor onscherpte door cameratrilling wordt verminderd, zelfs wanneer de camera
wordt gepand, waarbij sluitertijden voor DX-formaat camera's met circa 3 LW worden
verlengd bij een brandpuntsafstand van 55 mm in het geval van de AF-S DX NIKKOR
18–55mm f/3.5–5.6G VR of 4 LW bij een brandpuntsafstand van 140 mm in het geval van
de AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR (volgens CIPA-richtlijnen; effecten
verschillen naargelang de gebruiker en de opnameomstandigheden).
Om gebruik te maken van vibratiereductie, schuift u de schakelaar
voor vibratiereductie naar ON. Vibratiereductie wordt geactiveerd
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, waardoor de
effecten van cameratrillingen op het beeld in de zoeker worden
verminderd en het proces van onderwerpen kadreren en
scherpstellen in zowel autofocus als handmatige
scherpstelstanden eenvoudiger wordt gemaakt. Wanneer de
camera wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen toegepast op
bewegingen die geen deel uitmaken van de bewuste
panhandeling (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt
gepand, zal vibratiereductie alleen op verticale trilling worden
toegepast), zodat u de camera veel gemakkelijker zonder haperingen in een grote boog
kunt pannen.
Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief is bevestigd, maar
houd vibratiereductie ingeschakeld als de statiefkop niet is vastgezet of als een statief
met één poot wordt gebruikt.
D
Vibratiereductie
Schakel de camera niet uit en verwijder niet het objectief terwijl vibratiereductie in werking is. Als
de stroom naar het objectief wordt onderbroken terwijl vibratiereductie in werking is, kan het
objectief rammelen wanneer u ermee schudt. Dit is geen defect en kan worden gecorrigeerd
door het objectief opnieuw te bevestigen en de camera in te schakelen.
Vibratiereductie wordt uitgeschakeld tijdens het laden van de ingebouwde flitser. Wanneer
vibratiereductie in werking is, kan het beeld in de zoeker onscherp worden nadat de sluiter wordt
ontspannen. Dit duidt niet op een defect; wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd
alvorens te fotograferen.
Technische opmerkingen
267