3
Kieshet scherpstelpunt.
6 (gezichtprioriteit-AF): Een dubbele gele rand wordt
weergegeven wanneer de camera een
portretonderwerp detecteert (als er meerdere
gezichten, maximaal 35, worden gedetecteerd, stelt
de camera scherp op het dichtstbijzijnde
onderwerp; gebruik de multi-selector om een ander
onderwerp te kiezen). Als de camera het onderwerp
niet langer kan detecteren (bijvoorbeeld omdat het
onderwerp zich van de camera heeft afgekeerd), wordt de rand niet langer
weergegeven.
7/8 (breedveld-AF en normaal veld-AF): Gebruik de
multi-selector om het scherpstelpunt op een
willekeurige plek in het beeld te plaatsen, of druk op
J om het scherpstelpunt in het midden van het
beeld te plaatsen.
9 (AF met meevolg. scherpst.): Plaats het
scherpstelpunt over uw onderwerp en druk op J.
Het scherpstelpunt volgt het geselecteerde
onderwerp als deze door het beeld beweegt. Druk
voor een tweede keer op J om focus-tracking te
beëindigen.
Scherpstelpunt
Scherpstelpunt
Scherpstelpunt
Livebeeld
121