De volgende drie configuraties zijn standaard
opgeslagen. De standaardinstelling is "1".
Volg de onderstaande instructies om de
configuratiegegevens te wijzigen.
Luminantie (cd/m
Configu-
ratie-
Max. Min.
nummer
1
410
0,8
0,0
(standaard)
2
300
0,8
0,0
3
300
0,8
0,0
Opmerking
Om andere dan de bovenstaande configuraties in te
stellen en op te slaan, hebt u de optionele kalibratiekit
nodig.
De configuratiegegevens wijzigen
1
Druk op de knop + of – op het achterpaneel.
Het informatiescherm (of de huidige
bedrijfsomstandigheden) wordt weergegeven.
Door herhaaldelijk op een van deze knoppen te
drukken, wijzigt de weergave als volgt: informatie
t huidige bedrijfsomstandigheden t weergave
uit.
Het informatiescherm wordt na ongeveer
15 seconden automatisch uitgeschakeld.
2
Houd terwijl het bovenstaande scherm
weergegeven wordt de knoppen + en – langer dan
2 seconden tegelijk ingedrukt.
Het SWITCHING INPUT SOURCE-scherm wordt
weergegeven.
2
)
Kleur-
Omge-
Gamma
tempe-
vings-
ratuur
licht
DICOM
6500 K
GSDF
DICOM
6500 K
GSDF
EXP. 2.2
6500 K
3
Druk op de 1-knop (stand-by) op het voorpaneel
van het toestel.
Het SWITCHING CONFIGURATION-scherm
wordt weergegeven.
Door herhaaldelijk te drukken op de 1-knop
(stand-by) kunt u schakelen tussen het
SWITCHING INPUT SOURCE- en het
SWITCHING CONFIGURATION-scherm.
4
Druk op de knop + of – om B (cursor) te bewegen
en kies een configuratienummer.
r
r
5
Houd de knoppen + en – langer dan 2 seconden
tegelijk ingedrukt.
Het informatiescherm (huidige omstandigheden)
wordt weergegeven.
Voorbeeld wanneer "2" geselecteerd is:
Configuratienummer 2 is geselecteerd.
De beeldscherminstellingen wijzigen
21