Inbedrijfstelling
6.2
Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen
94
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vast-
grijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten
bij handelingen aan de machine door
•
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van
de tractor opgeheven, onbeveiligde machine
•
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen
•
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
combinatie.
•
Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en
wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
Alle handelingen aan de machine, zoals montagewerkzaamhe-
•
den, instellen, verhelpen van storingen, reinigen, uitvoeren van
service- en onderhoudswerkzaamheden, zijn verboden
ο
als de machine nog wordt aangedreven;
ο
zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydrau-
lisch systeem draait;
ο
als de contactsleutel in het contactslot van de tractor zit en
de tractormotor met aangesloten cardanas/hydraulisch sys-
teem onbedoeld kan worden gestart;
ο
als tractor en machine niet met hun eigen handrem tegen
onbedoeld wegrollen zijn beveiligd
ο
wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld be-
wegen zijn geblokkeerd.
Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact
met onbeveiligde onderdelen.
1. Parkeer de tractor met de machine alleen op een vaste en vlak-
ke bodem.
2. Breng de opgeheven, onbeveiligde machine / opgeheven, onbe-
veiligde onderdelen van de machine omlaag.
→ Op deze wijze voorkomt u dat zij onbedoeld zakken.
3. Zet de motor van de tractor uit.
4. Verwijder de contactsleutel.
5. Trek de handrem van de tractor aan.
AD-P 03 Special BAH0018-5 09.14