Inhoudsopgave
Advertenties
Afb. 82
AD-P 03 Special BAH0018-5 09.14
Met de rijpadenschakeling kunnen de rijpaden in het veld op vooraf
ingestelde afstanden worden aangelegd.
Rijpaden zijn sporen waarin niet wordt gezaaid (Afb. 82/A) voor de
machines die later worden ingezet ten behoeve van bemesting en
verzorging.
De afstand tussen de rijpaden (Afb. 82/b) komt overeen met de werk-
breedte van de andere machines (Afb. 82/B), bijv. kunstmeststrooiers
en/of landbouwsproeiers, die op het ingezaaide veld worden ingezet.
Om de verschillende afstanden tussen de rijpaden (Afb. 82/b) in te
stellen, moet het betreffende schakelritme in de boordcomputer wor-
den ingevoerd.
In afbeelding (Afb. 82) is schakelritme 3 weergegeven. Tijdens het
werk worden de slagen doorgenummerd (rijpadenteller) en weerge-
geven op de boordcomputer.
In rijpadritme 3 geeft de rijpadenteller de slagen aan in de volgorde 2-
0-1-2-0-1-2-0-1...etc.
Bij het aanleggen van een rijpad geeft de rijpadenteller het cijfer "0"
op de boordcomputer aan.
Het benodigde schakelritme (zie tabel Afb. 83) is afhankelijk van de
gewenste afstand tussen de rijpaden en de werkbreedte van de
zaaimachine. Meer schakelritmes zijn te vinden in de bedienings-
handleiding van de boordcomputer
De spoorbreedte (Afb. 82/a) van het rijpad komt overeen met die van
de onderhoudstractor en kan worden ingesteld (zie hoofdstuk
"Spoorbreedte van de onderhoudstractor instellen", op pagina 183).
De spoorbreedte (Afb. 82/c) van het rijpad stijgt met het aantal naast
elkaar geplaatste rijpadzaaischijven.
Opbouw en werking
1)
.
81
Advertenties
Inhoudsopgave
