Inhoudsopgave
Advertenties
8.5.3
Zaaihoeveelheid instellen met afdraaiproef
bij machines met Vario-aandrijving en
met elektronische instelling zaaihoeveelheid
1. Voer de gewenste zaaihoeveelheid op de
boordcomputer in.
2. Verwijder de afdraaislinger (Afb. 155/1) uit
de transporthouder.
3. Steek de afdraaislinger (Afb. 156/1) op het
stapwiel (Afb. 156/2).
4. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg.
Bij bediening van het stapwiel draait de do-
seerrol in het doseerhuis.
5. Draai het stapwiel met de afdraaislinger
linksom, totdat alle cellen van de doseerrol-
len met zaaigoed zijn gevuld en het zaad
gelijkmatig in de afdraai-emmers stroomt.
6. Sluit de klep van de injectiesluis (Afb.
144/1) voorzichtig (gevaar voor bekneld ra-
ken, zie waarschuwing).
7. Maak de afdraai-emmer leeg en plaats de-
ze weer onder de zaaigoed-doseerunit.
8. Open de klep van de injectiesluis (Afb. 144/1).
9. Stel de zaaihoeveelheid met afdraaiproef in aan de hand van de bedieningshandleiding van de
boordcomputer.
10. Bevestig de afdraai-emmer aan de tank.
11. Sluit de klep van de injectiesluis (Afb. 144/1) voorzichtig (zie waarschuwing).
12. Steek de afdraaislinger in de transporthouder.
AD-P 03 Special BAH0018-5 09.14
Afb. 155
Afb. 156
De boordcomputer schrijft bij de afdraaiproef voor dat de afdraaislin-
ger linksom moet worden gedraaid, totdat er een geluidssignaal
klinkt.
Het aantal omwentelingen totdat het geluidssignaal klinkt is afhanke-
lijk van de hoeveelheid uit te zaaien zaad:
0 tot 14,9 kg → omwentelingen op 1/10 ha
15 tot 29,9 kg → omwentelingen op 1/20 ha
vanaf 30 kg → omwentelingen op 1/40 ha
Instellingen
129
Advertenties
Inhoudsopgave
