3
Op- en afladen
Het pictogram (Afb. 5) geeft de plaats aan waar
de ketting voor het oplichten van de machine met
een kraan moet worden bevestigd.
GEVAAR
Bevestig de kettingen voor het ver-
laden van de machine met een
kraan alleen op de gemarkeerde
plaatsen.
De kraanhaak aan de drie ogen (Afb. 6/1) in de
tank bevestigen voor het verladen
•
van de solomachines, bv. AD-P 303 Special
•
van de combinatie, bestaande uit grondbe-
werkingsmachine, wals en zaaimachine.
AD-P 03 Special BAH0018-5 09.14
Afb. 5
GEVAAR
Het opvolgen van de volgende instructies is voor uw eigen vei-
ligheid:
•
Verlaad de machine alleen als de tank leeg is
•
Let op de vereiste trekvastheid van de ketting
•
Ga nooit onder een opgeheven last staan
•
De machine moet volgens voorschrift op het transportvoertuig
worden vastgesjord.
Afb. 6
Op- en afladen
35