Klep inschakelen
1. Schakel de teller van de rijpadenschakeling
op de boordcomputer verder als de teller op
"nul" staat.
2. Schuif het montagevenster (Afb. 225/1)
naar boven en neem het naar voren uit de
kleppenkast.
3. Druk de klep (Afb. 225/2) tegen de aanslag
(Afb. 225/3) en schroef deze vast op de as.
Draai de inbusbout (Afb. 225/4) niet te vast
aan, anders kan er spanning in de klep op-
treden.
4. Draai de arreteringsbout (Afb. 225/5) span-
ningsvrij aan, zodat de klep de boutkop on-
gehinderd kan passeren.
5. Sluit het montagevenster.
Klep uitschakelen
1. Schakel de teller van de rijpadenschakeling
op de boordcomputer verder als de teller op
"nul" staat.
2. Schuif het montagevenster (Afb. 226/1)
naar boven en neem het naar voren uit de
kleppenkast.
3. Druk de klep (Afb. 226/2) tegen de aanslag
(Afb. 226/3) en draai de inbusbout (Afb.
226/4) zover los, dat de klep vrij over de as
kan worden bewegen.
4. Draai de arreteringsbout (Afb. 226/5) ca.
5 mm los, zodat de uitgeschakelde klep niet
kan bewegen en de opening naar de zaai-
tank afgesloten blijft.
5. Sluit het montagevenster.
AD-P 03 Special BAH0018-5 09.14
De teller van de rijpadenschakeling mag niet op "nul" staan.
Afb. 225
De teller van de rijpadenschakeling mag niet op "nul" staan.
Afb. 226
Reinigen, service en onderhoud
185