Algemene veiligheidsinstructies
30
tigingspunten.
•
Houd rekening met het maximale laadvermogen van de aange-
bouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting
en oplegdruk van de tractor!
•
De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met aange-
bouwde of aangekoppelde machine) over voldoende remvertra-
ging te beschikken.
•
Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden.
•
Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in
bochten rekening met de grote uitzwaai en de middelpuntvlie-
dende kracht van de machine.
•
Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de trekstan-
gen van de tractor is bevestigd, moet u er vóór transport voor
zorgen dat de trekstangen aan de zijkant voldoende is vastge-
zet!
•
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
transportstand.
•
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
transportstand vast om te voorkomen dat zij van positie verande-
ren. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde trans-
portbeveiligingen!
•
Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de drie-
puntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de aange-
bouwde of aangekoppelde machine te voorkomen.
•
Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen,
zoals verlichting, waarschuwingssystemen en beschermings-
voorzieningen, op de juiste wijze aan de machine zijn gemon-
teerd.
•
Controleer vóór transport door middel van een visuele controle
of de pennen van de topstang en trekstang met een borgpen zijn
geborgd.
•
Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan.
•
Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in.
•
Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit
(pedalen vergrendelen)!
AD-P 03 Special BAH0018-5 09.14