Het LATITUDE Programming System is ontworpen en getest om
defibrillatiebeveiligd te zijn.
•
Hoewel de Programmer is ontworpen en getest om
defibrillatiebeveiligd te zijn, kan de patiënt in gevaar worden
gebracht en de Programmer kan worden beschadigd.
•
De PSA-kabel moet worden losgekoppeld van de lead(s) voordat
externe defibrillatie wordt gebruikt.
•
Koppel indien mogelijk alle kabels los van de patiënt wanneer
apparatuur voor externe defibrillatie wordt gebruikt.
•
Als het LATITUDE Programming System tijdens defibrillatie op de
patiënt wordt aangesloten, moet u na defibrillatie controleren of de
Programmer werkt zoals verwacht.
•
Externe stimulatieapparatuur.
Als de patiënt stimulatieafhankelijk is en de Programmer een fouttoestand
aantreft, gaat de stimulatiewerking door tenzij de fout zich in de PSA-
component zelf heeft voorgedaan. Houd daarom altijd
stimulatieapparatuur beschikbaar als back-up voor de patiënt.
•
Stroomuitval.
Als de Programmer met een lege interne batterij of zonder batterij wordt
gebruikt, kan de werking van de Programmer stoppen als de wisselstroom
tijdelijk uitvalt.
•
Gebruik geen lege of niet-goedgekeurde batterij als een optionele
batterij wordt gebruikt. Sluit voor extra veiligheid van de patiënt de
netvoeding op de Programmer aan als de indicator van het
batterijniveau 25% of minder aangeeft.
•
Probeer de batterij niet te vervangen bij werking op batterijvoeding.
•
Op het Programmer-scherm wordt een gele waarschuwingstekst
weergegeven wanneer de batterij nog maar voor 25% is geladen.
Een rode waarschuwingstekst wordt weergegeven wanneer de
batterij nog maar voor 10% of minder is geladen. Bij 5% verschijnt
nog een rode waarschuwingstekst die na 60 seconden wordt
gevolgd door een automatische uitschakeling.
•
Verlies van stimulatieondersteuning.
6