•
Locatie LATITUDE Programming System.
Gebruik van de PSA-applicatie op de Programmer model 3300 naast of
gestapeld op andere apparatuur moet worden voorkomen omdat dit kan
resulteren in onjuiste werking. Als dergelijk gebruik noodzakelijk is, moet
deze apparatuur en de andere apparatuur in het oog worden gehouden
om te verzekeren dat ze normaal werken.
•
Het LATITUDE Programming System moet buiten het steriele veld
worden gehouden.
De Programmer is niet steriel en kan niet worden gesteriliseerd. Zorg dat
het apparaat niet in een steriele zone in een implantatieomgeving wordt
gebracht.
•
Fysiologische signalen.
Als het LATITUDE Programming System wordt gebruikt met fysiologische
signalen die lager zijn dan de minimale detecteerbare amplitude, kan dit
onnauwkeurige resultaten opleveren.
•
LATITUDE Programming System is MR onveilig.
Het LATITUDE Programming System is MR onveilig en moet buiten een
MRI Zone III-locatie (en hoger) blijven, zoals gedefinieerd door het
American College of Radiology Guidance Document for Safe MR
Practices
MRI-scannerruimte, de controlekamer of de MRI Zone III- of Zone IV-
gebieden binnengebracht worden.
•
Inductie.
Bij het activeren van PSA burststimulatie, wat onvoorspelbare aritmieën
kan veroorzaken, moet altijd cardiale nooduitrusting (bijv. externe
pacemaker, externe defibrillator) operationeel zijn voor
levensbedreigende situaties.
•
Overweeg aanvullende preventieve maatregelen bij patiënten die in
levensgevaar zouden kunnen komen door versnelling of verlies van
ritme.
•
Externe defibrillatie.
2.
Kanal E, et al., American Journal of Roentgenology 188:1447-74, 2007
2
. Het LATITUDE Programming System mag in geen geval de
5