Hoofdstuk
02
Gebruik van het toestel
Een ander display kiezen
De gewenste informatie selecteren
% Druk op
Functie-instellingen
1
Druk op M.C. om het hoofdmenu weer
te geven.
2
Draai aan M.C., selecteer de menuoptie
FUNCTION en druk erop.
3
Draai aan M.C. om de gewenste functie
te selecteren.
U kunt de volgende functies aanpassen.
Pause (pauze)
1 Druk op M.C. om het afspelen te onderbreken
(pauze) of te hervatten.
Sound Retriever (sound retriever)
1 Druk op M.C. en selecteer de gewenste instelling.
1—2—OFF (uit)
1 heeft effect bij lage compressie en 2 heeft effect
bij hoge compressie.
Audio-instellingen
1
Druk op M.C. om het hoofdmenu weer
te geven.
2
Draai aan M.C., selecteer de menuoptie
AUDIO en druk erop.
3
Draai aan M.C. en selecteer de audio-
functie.
U kunt de volgende audiofuncties aanpassen.
! Als de subwooferuitgang is ingeschakeld,
kunt u de drempelfrequentie en het uit-
gangsniveau instellen.
28
Nl
/DISP.
! SLA is niet beschikbaar als de signaalbron
is ingesteld op FM.
Fader/Balance (fader/balansinstelling)
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Druk op M.C. om over te schakelen tussen de
fader (voor/achter) en de balans (links/rechts).
3 Draai aan M.C. om de balans tussen de luidspre-
kers voorin en achterin in te stellen.
Draai aan M.C. om de balans tussen de linker/
rechterluidsprekers in te stellen.
Preset EQ (equalizercurven)
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Draai aan M.C. om een equalizer te selecteren.
Powerful—Natural—Vocal—Custom1—Cus-
tom2—Flat—SuperBass
G.EQ (equalizerinstelling)
U kunt de geselecteerde equalizercurve aanpassen.
Aangepaste equalizerinstellingen worden opgeslagen
als Custom1 of Custom2.
! Custom1 kan voor elke bron afzonderlijk worden
ingesteld. De volgenden combinaties worden ech-
ter automatisch op dezelfde stand ingesteld.
! USB, iPod, SD en Apps (iPhone)
! BT Audio en Apps (Android)
! Custom2 is een gemeenschappelijk instelling
voor alle signaalbronnen.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Druk op M.C. om over te schakelen tussen:
Equalizerband—Equalizerniveau
3 Draai aan M.C. en selecteer de gewenste instel-
ling.
Equalizerband: 100Hz—315Hz—1.25kHz—
3.15kHz—8kHz
Equalizerniveau: +6 tot –6
Loudness (loudness)
De loudness-functie compenseert een tekort aan lage
tonen en hoge tonen bij een laag volume.
1 Druk op M.C. om de instellingenmodus weer te
geven.
2 Druk op M.C. om de loudness-functie in of uit te
schakelen.
3 Draai aan M.C. en selecteer de gewenste instel-
ling.
Low (laag)—Mid (midden)—High (hoog)
Subwoofer1 (subwoofer aan/uit)