Het apparaat levert 150 joule in een 50 ohm lading wanneer elektroden voor volwassenen worden
gebruikt of, wanneer speciale kinderelektroden worden gebruikt, 50 joule defibrillatie energie in
een 50 ohm lading. De geleverde energie verandert niet aanzienlijk met patiëntimpedantie, hoewel
de duur van de gegenereerde golfvorm zal variëren. De Defibtech AED is ontworpen om maximaal
150 J defibrillatie-energie te geven door een patiëntimpedantiebereik van 25 - 180 ohm of 50 J
defibrillatie-energie bij het gebruik van de kinderelektroden.
Het vermogen voor defibrillatie en AED wordt geleverd door een vervangbare (niet-
oplaadbare) lithium batterij-unit. De batterij-unit heeft een lange stand-by levensduur en
lage onderhoudswerking. Batterij-units zijn verkrijgbaar in verschillende configuraties die
geoptimaliseerd zijn voor gebruik in specifieke toepassingen. Op elke unit staat een uiterste
gebruiksdatum.
De DDU-120 AED slaat gebruiksgegevens van voorvallen intern op en, optioneel, op Defibtech
datakaarten ('DDC'). De optionele DDC wordt in een sleuf in de AED aangebracht en stelt de
AED in staat om documentatie van voorvallen en audio (alleen voor audio geschikte kaarten) op te
nemen als er voldoende ruimte op de kaart is. Audio-opname is alleen beschikbaar voor apparaten
met voor audio geschikte Defibtech datakaarten geïnstalleerd. Gegevens van voorvallen die intern
zijn opgeslagen kunnen op een DDC worden gedownload om te worden bekeken.
1.2 De Defibtech DDU-120 AED
A. Luidspreker. De gesproken opdrachten komen door de luidspreker wanneer de DDU-120
AED aan is. De luidspreker geeft ook een 'pieptoon' wanneer het apparaat in stand-by modus
is en een situatie heeft waargenomen waarvoor de aandacht van de bediener nodig is.
B. SCHOK nodig-indicator. Dit lampje knippert wanneer een schok wordt aanbevolen en
het apparaat geladen is en een schok gaat toedienen. Raak de patiënt niet aan terwijl dit
lampje knippert.
C. 'analyse hartritme'-lampje (lichtgevende diode). Deze groene led knippert wanneer de
DDU-120 AED het ecg-ritme van de patiënt analyseert.
D. 'raak de patiënt niet aan'-lampje. Deze rode led knippert wanneer de DDU-120 AED
beweging of andere verstoringen waarneemt die analyse van het signaal voorkomen of
wanneer de gebruiker de patiënt niet mag aanraken of bewegen.
E. 'controleer elektroden'-lampje. Deze rode led knippert wanneer de DDU-120 AED
waarneemt dat de padverbinding met de patiënt slecht is of dat de pads niet zijn
aangebracht.
F. AAN/UIT-knop. Druk op de knop om de DDU-120 AED aan te zetten. Druk nogmaals om
het apparaat te deactiveren en de AED uit te schakelen.
DAC-530E-NL-AC