Servicefunctie
Servicefunctie
Deze functie is als servicefunctie voor de schoorsteenveger cq. als eenvoudige branderschakeling
voor rookgasmeting bedacht. Hierbij wordt na de start de brander met het opgegeven vermogen
(normaliter 100%) voor een bepaalde tijd ingeschakeld. Verder worden de, in de ingangsvariabelen
opgegeven, cv-groepen met maximaal toegestane aanvoertemperatuur (T.aanv.MAX) geactiveerd.
De waarde van de uitgangsvariabele T.aanv.GEW van deze cv-groep wordt gedurende de actieve
onderhoudsfunctie met 5°C weergegeven.
Deze werkwijze kan ook door een handbedrijf (betreffende uitgangen op HAND/AAN schakelen)
bereikt worden. Aangenomen, dat de gebruiker geen handboek van de regelaar heeft cq. geen notie
heeft van alle deelfuncties van de regelaar, dient deze functie een vereenvoudiging te
bewerkstelligen.
Via de ingangsvariabele "EXTERNE SCHAKELAAR" kan de servicefunctie ook met een eigen
gemonteerde schakelaar of met een schakeluitgang van een andere functie zonder opgave in de
regelaar geactiveerd worden. Voor de duur van de servicefunctie dient de „externe schakelaar" op
„AAN" te staan (geen begrenzing looptijd). De functie dient weer met deze schakelaar te worden
gedeactiveerd.
Ingangsvariabele:
externe schakelaar
gebruikte functies= opgave cv-groepen
Totale menuweergave:
FUNCTIE STARTEN
---------------------
BET.:
SCH.STEEN
Status:
UIT
Looptijd:
INGANGSVARIABELE:
UITGANGSVARIABELE:
Tot.looptijd:
Branderverm.:
De functieblok stelt als uitgangsvariabele het brandervermogen ter beschikking. Deze kan een
toerentaluitgang of een analooge uitgang aansturen. Met de analooge uitgang 15 of 16 (analooge
uitgang 0 - 10V) kan bijvoorbeeld het brandervermogen geregeld worden (voorwaarde dat brander
hiervoor geschikt is).
Het uitgave van het brandervermogen uit de servicefunctie is dominant. D.w.z. dat gedurende de
servicewerkzaamheden op de analooge uitgang geen andere analooge signalen worden
geaccepteerd (bv. voor de aansturing op warm water). Digitaale signalen kunnen echter op ieder
moment de analooge waarde overschrijven.
Na het uitschakelen van de brandervraag (functie gestopt) blijven de gekoppelde cv-groepen nog
voor drie minuten actief, om aan de ketel de resterende warmte te kunnen onttrekken. Indien in de cv-
groep als commando mengventiel „sluiten" is vastgelegd, wordt aansluitend gedurende 20 minuten
het mengventiel op „dicht" geschakeld (= maximale resterende looptijd) en de cv-pomp uitgeschakeld.
Pas daarna gaat de cv-groep weer in de ingestelde bedrijfsmodus.
52
Een druk op het scrollwiel activeert de brander
En de cv-groepen=> weergave: FUNCTIE STOPPEN
de functie is gedeactiveerd (gestopt)
resterende looptijd brander
0 min
automatische branderlooptijd na de functiestart
20 min
gewenst brandervermogen gedurende de servicetijd
100%
Uitgangsvariabele:
Status brandersturing, vastlegging van de
schakeluitgang
Brandervermogen, vastlegging van de
toerentalgeregelde uitgang