Solarregeling
Basisschema:
Ingangsvariabelen:
Vrijgave solargroep
Collectortemperatuur = T.coll
Referentietemperatuur= T.ref
Begrenzingstemperatuur = T.beg
Eenvoudige functiebeschrijving:
Vrijgave van de solarpomp A, indien de temperatuur aan de collector T.coll met een differentie hoger
is als de referentietemperatuur T.ref, dat is de buffer(uittrede)temperatuur. Daarnaast mag T.ref nog
niet zijn maximaalbegrenzing bereikt hebben.
Bijzonderheden:
Omdat bij systeemstilstand vanaf een collectortemperatuur van 140°C dampvorming kan optreden
en daardoor geen transport van de warmtedrager meer mogelijk is, heeft ook T.coll een instelbare
maximaalbegrenzing (T.coll.MAX) plus hysterese.
De verschiltemperatuur beschikt niet over een instelbare hysterese, maar is in een in- en
uitschakeldifferentie opgedeeld.
Bij buffers met gladdebuiswarmtewisselaars is het zonvol, de referentietemperatuursensor d.m.v.
een T-stuk en dompelbuis in de uittredezijde van de wisselaar te monteren (zie
Montagehandleiding/ Sensormontage). Bij overgedimensioneerde collectoroppervlaktes stijgt de
retourtemperatuur te snel, wat door de begrenzing op T.ref tot een vervroegd uitschakelen leidt.
T.ref koelt echter in een stilstaande vloeistof van het koude buffergebied weer snel uit. De
solarpomp loopt daarop dan weer etc. Om dit "Takten" of een bufferoververhitting bij goede
gelaagde buffers te vermijden, is in de module Solarregeling een extra optionele
maximaalbegrenzing op T.beg gedefinieerd.
Een eigen uitgangsvariabele "MAX.grens bereikt:" geeft het bereiken van de bufferbegrenzing aan
(Status: UIT/AAN).
Indien geen extra begrenzingssensor T.beg gebruikt wordt, volstaat het, bij de ingangsvariabelen
als "Bron:" gebruiker op te geven.
Uitgangsvariabelen:
Status solargroep
Vastlegging van uitgang A
Status MAX.grens = Bufferbegrenzing bereikt
Solarregeling
5