Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Technische Alternative UVR 1611 Gebruiksaanwijzing pagina 34

Verberg thumbnails Zie ook voor UVR 1611:
Inhoudsopgave

Advertenties

PID-regeling
Signaalvorm
Twee signaalvormen zijn beschikbaar voor het aansturen van motoren (in het menu "Uitgangen").
Sinusregeling – Alleen voor circulatiepompen met standaard motorafmetingen. Hierbij wordt de
pompmotor met halve sinusgolven (= halve periode) geschakeld. De pomp wordt pulserend
aangestuurd, waarmee door het traagheidsmoment een "hele omwenteling" ontstaat.
Voordeel: Grote dynamiek van 1:10, zeer geschikt voor alle gangbare pompen zonder interne
elektronica met een motorlengte van ca. 8 cm.
Nadeel: De lineariteit is afhankelijk van het drukverlies, soms pompgeruis, niet geschikt voor pompen,
waarvan de motordiameter cq. –lengte wezenlijk van 8 cm afwijkt..
Fase-aansnijding – Voor pompen en ventilatoren. De pomp wordt binnen iedere halve sinusgolf (=
halve periode) op een bepaald tijdpunt (fase) aangestuurd met een netspanning.
Voordeel: Voor bijna alle typen motoren geschikt.
Nadeel: Bij pompen lage dynamiek van 1:3. Er dient een filter met minstens 1,8mH en 68nF
tussengebouwd te worden, om aan de CE- Normen (stralingsontstoring apparatuur) te voldoen
(uitgezonderd A1, maar is daardoor voor slechts 0,7A belastbaar)
OPMERKING: Het menu staat weliswaar de keuze tussen sinusregeling en fase-aansnijding toe, in
het standaardapparaat is echter de uitgave van de signaalvorm „Fase-aansnijding" niet mogelijk!
Speciaal type is op aanvraag verkrijgbaar.
De toerentalregeling d.m.v. fase-aansnijding is standaard bij de uitgangen 2,6 en 7 niet mogelijk.
Stabiliteitsproblemen
Het Proportionele deel P geeft de versterking van de afwijking tussen gewenste – en werkelijke
waarde weer. Het toerental wordt per X * 0,1 K afwijking t.o.v. de gewenste waarde met een stap
aangepast. Een hoog getal leidt tot een stabieler systeem en tot meer regelafwijking.
Het Integrerende deel P stelt het toerental aan de hand van de uit het P-gedeelte resterende
afwijking periodiek bij. Per 1 K afwijking t.o.v. de gewenste waarde wijzigt het toerental iedere X
seconde met een stap. Een groot getal leidt tot een stabieler systeem, maar het wordt langzamer aan
de gewenste waarde aangepast.
Het Differetiërend deel P leidt tot een kortstondige "overreactie" met de snelheid waarmee een
afwijking tussen gewenste en werkelijke waarde optreedt, om zo snel mogelijk een evenwicht te
verkrijgen. Wijkt de gewenste waarde met een snelheid van X * 0,1 K per seconde af, wordt het
toerental met een stap aangepast. Hoge waardes geven een stabieler systeem, maar het wordt
langzamer aan de gewenste waarde aangepast.
In veel gevallen is het aanpassen van de PID-waardes noodzakelijk. Uitgaande van een bedrijfsklaar
systeem met bijbehorende temperaturen, dient de pomp in automatisch bedrijf te lopen. Indien I en D
op nul ingesteld zijn, wordt het proportionele deel P, uitgaande van 10, alle 30 seconden zo ver
verlaagd totdat het systeem onstabiel wordt, en daardoor het pompentoerental ritmisch verandert.
Deze is in het menu boven de PID-waardes afleesbaar. Ieder proportioneel deel waarbij de
instabiliteit begint, wordt als P
aangeduid, net zoals dat de periodetijd van de fluctuatie (= tijd
krit
tussen twee hoogste toerentallen) als t
wordt aangegeven. Met de volgende formules kunnen de
krit
correcte waardes worden bepaald.
Een typische instelling bij hygiënische tapwaterbereiding met ultrasnelle sensor is PRO= 8, INT= 9,
DIF= 3. Rekentechnisch niet controleerbaar, maar praktisch heeft zich de instelling PRO= 3, INT= 1,
DIF= 4 bewezen. Vermoedelijk is daarbij de regelaar zó instabiel, dat deze zeer snel fluctueert en
door de traagheid van het systeem en medium zich evenwichtig gedraagt.
34

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave