10 INBEDRIJFSTELLING EN CONFIGURATIE
Het apparaat moet door de installateur worden geconfigureerd
zodat deze overeenkomt met de installatieomgeving
(buitenklimaat, geïnstalleerde opties enz.) en voldoet aan de
gebruikersbehoefte.
LET OP
Het is belangrijk dat alle informatie in dit hoofdstuk
opeenvolgend van begin tot eind wordt gelezen door de
installateur en dat het systeem op passende wijze wordt
geconfigureerd.
10.1 Eerste inbedrijfstelling bij een lage
buitentemperatuur
Tijdens de eerste inbedrijfstelling en wanneer de watertemperat-
uur laag is, is het belangrijk dat het water geleidelijk wordt
verwarmd. Als u dit niet doet, kunnen betonnen vloeren barsten
door de snelle temperatuursverandering. Neem contact op met
de verantwoordelijke bouwaannemer voor de betonnen vloer
voor meer informatie.
Hiervoor kan de voorverwarmingsfunctie voor de vloer worden
gebruikt (zie "SPECIALE FUNCTIE" in "VOOR ONDERHOUDS-
MONTEUR").
10.2 Controles voor de inbedrijfstelling
Controles vóór de eerste inbedrijfstelling.
GEVAAR
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen maakt.
Controleer het volgende na de installatie van het apparaat en
voordat u de stroomonderbreker inschakelt:
Veldbedrading: Zorg ervoor dat de veldbedrading tussen
het lokale voedingspaneel en apparaat en
kleppen/ventielen (indien van toepassing), het apparaat en
kamerthermostaat (indien van toepassing), en het apparaat
en de back-upverwarmingsset zijn aangesloten volgens de
instructies beschreven in "9.6 Veldinstellingen", het
aansluitschema's en de lokale wet- en regelgeving.
Zekeringen, stroomonderbrekers of beveiligingen
Controleer of de zekeringen of de lokaal geïnstalleerde
beveiligingen van het formaat en het type zijn die in 15
"TECHNISCHE SPECIFICATIES" staan vermeld. Zorg
ervoor dat zekeringen of veiligheidsvoorzieningen niet
worden omzeild.
Stroomonderbreker van back-upverwarming: Vergeet niet
de schakelaar van de back-upverwarming in deschakelkast in
te schakelen (dit is afhankelijk vanhettypeback-upver-
warming). Zie het aansluitschema.
Aardbedrading: Zorg ervoor dat de aardedraden goed zijn
aangesloten en dat de aardklemmen goed vastzitten.
Interne bedrading: Controleer de schakelkast visueel op
losse aansluitingen of beschadigde elektrische
componenten.
Montage: Controleer of het apparaat goed is gemonteerd
om abnormale geluiden en trillingen te voorkomen bij het
opstarten van het apparaat.
Beschadigde apparatuur: Controleer de binnenkant van
het apparaat op beschadigde componenten of
platgedrukte leidingen.
Koelmiddellekkage: Controleer de binnenkant van het
apparaat op koelmiddellekkage. Neem contact op met uw
lokale dealer bij koelmiddellekkage.
Voedingsspanning: Controleer de voedingsspanning op
het lokale voedingspaneel. De spanning moet overeenkomen
met die op het identificatielabel van het apparaat.
Ontluchtingsventiel: Zorg ervoor dat het ontluchtingsventiel
geopend is (minstens 2 slagen).
Afsluitkleppen: Zorg ervoor dat de afsluitkleppen volledig
open staan.
10.3 Storingsdiagnose bij eerste installatie
Als er niets wordt weergegeven op de gebruikersinterface,
moet op een van de volgende afwijkingen worden
gecontroleerd voordat de diagnose van mogelijke
storingscodes wordt gesteld.
- Onderbrekings- of bedradingsfout (tussen de voeding en
het apparaat en tussen het apparaat en de gebruikersinterface).
-De zekering op de PCB kan kapot zijn.
Als de gebruikersinterface "E8" of "E0" als storingscode
aangeeft, is het mogelijk dat er lucht in het systeem
aanwezig is of dat het waterniveau in het systeem lager is
dan het vereiste minimum.
Als de storingscode E2 wordt weergegeven op de
gebruikersinterface, controleer dan de bedrading tussen de
gebruikersinterface en het apparaat.
Meer storingscodes en -oorzaken staan vermeld in "14.3
Storingscodes".
10.4 Installatiehandleiding
10.4.1 Veiligheidsmaatregelen
Lees de veiligheidsmaatregelen aandachtig door voordat
u het apparaat installeert.
Hieronder worden belangrijke veiligheidskwesties vermeld
waaraan moet worden voldaan.
Als er na voltooiing geen abnormale verschijnselen zijn
tijdens het testen, overhandig dan de handleiding aan de
gebruiker.
Betekenis van symbolen:
WAARSCHUWING
Betekent onjuiste behandeling kan leiden tot fataal
ongeluk of ernstig letsel.
LET OP
Betekent onjuiste behandeling kan leiden tot
persoonlijk letsel of materiele schade.
WAARSCHUWING
Laat het apparaat door de distributeur of technici
installeren.
Ondeskundige installatie kan leiden tot storingen,
elektrische schokken of brand.
Volg de aanwijzingen in deze handleiding strikt op.
Onjuiste installatie kan elektrische schokken of brand
veroorzaken.
Herinstallatie moet worden uitgevoerd door bekwame
technici.
Onjuiste installatie kan elektrische schokken of brand
veroorzaken.
Demonteer uw airconditioner niet zonder technische
kennis.
Ondeskundige demontage kan een storingen en zelfs
brand veroorzaken.
LET OP
De bedrade controller moet binnenshuis worden
geïnstalleerd en mag niet rechtstreeks aan zonlicht
worden blootgesteld.
Installeer het apparaat niet op een plaats die mogelijk
blootstaat aan ontvlambare gassen.
Als brandbare gassen ontsnappen en in contact komen
met de bedrade controller, kan er brand ontstaan.
De bedrading moet geschikt zijn voor de spanning van
de de bedrade controller.
Anders kan er elektrische lekkage of oververhitting
optreden en dit kan brand veroorzaken.
De gespecificeerde kabels moeten op de bedrading
worden aangesloten. Er mag geen externe druk op de
terminal worden uitgeoefend.
Anders kan bedrading worden beschadigd en kan er
oververhitting en brandgevaar ontstaan .
36