8 TYPISCHE TOEPASSINGEN
De onderstaande toepassing zijn uitsluitend ter illustratie.
8.1 Toepassing 1
2
Buiten
1
Modbus
14
8
7
10
Code
Assemblage-unit
1
Hoofd-unit
2
Gebruikersinterface
3
Buffertank (niet meegeleverd)
3.1
Automatische ontluchtingsventiel
3.2
Afvoerklep
3.3
Tbt: Bovenste temperatuursensor buffertank (optioneel)
4
P_o: Buitencirculatiepomp (niet meegeleverd)
5
T1: Temperatuursensor van totale waterstroom (optioneel)
6
Expansievat (niet meegeleverd)
Ruimteverwarming
Het IN-/UITSCHAKELEN-signaal en bedrijfsmodus en temperatuurinstelling worden ingesteld op de gebruikersinterface. P_o
blijft draaien zolang het apparaat AAN is voor ruimteverwarming.
AHS (hulpwarmtebron) regeling
De AHS-functie wordt ingesteld op de gebruikersinterface. (AHS-functie kan geldig of ongeldig worden ingesteld in
"OVERIGE WARMTEBRON" van "VOOR ONDERHOUDSMONTEUR").
1) Wanneer de AHS is ingesteld om alleen voor de warmtemodus geldig te zijn, kan de AHS als volgt worden ingeschakeld:
a. Schakel de AHS in met de functie BACKHEATER in het bedieningspaneel;
b. AHS schakelt automatisch in als de aanvankelijke watertemperatuur te laag of de doelwatertemperatuur te hoog is bij een
lage omgevingstemperatuur.
P_o blijft draaien zolang AHS AAN is.
2) Wanneer AHS is ingesteld als geldig, kan M1M2 worden ingesteld als geldig op de gebruikersinterface. In warmtemodus,
wordt AHS ingeschakeld als M1M2 droog contact sluit.
De wateruitlaattemperatuur kan 70 °C bereiken. Pas op dat u zich niet brandt.
AHS
6
3.1
13
5
4
3.3
3
3.2
9
10
LET OP
11
Binnen
11
FHL1
FHL2
Code
Assemblage-unit
7
Filter (accessoire)
8
Afsluitklep (niet meegeleverd)
9
Vulklep (niet meegeleverd)
10
Afvoerklep (niet meegeleverd)
11
Collector/distributeur (niet meegeleverd)
12
Omloopklep (niet meegeleverd)
FHL 1..n
Vloerwarmtecircuit (niet meegeleverd)
AHS
Extra warmtebron (niet meegeleverd)
12
FHLn