7 INSTALLATIEVOORZORGSMAATREGELEN
7.1 Afmetingen
Model
A
5-16 kW
1040
410
7.2 Installatievoorschriften
Controleer de sterkte en zorg dat de installatieondergrond waterpas is zodat het apparaat niet trilt of lawaai maakt tijdens
het gebruik.
Het apparaat moet goed worden vastgezet met funderingsbouten volgens de tekening in de onderstaande afbeelding.
(gebruik vier gemakkelijk verkrijgbare sets met elk Φ10 expansiebouten, moeren en sluitringen).
Schroef de funderingsbouten tot 20 mm van het funderingsoppervlak in.
(eenheid: mm)
Φ10 Keilbout
Rubberen
schokbeste
ndige mat
Vaste grond of
dakbedekking
≥80
7.3 Positie van de afvoeropening
I
J
K
D
C
B
B
C
D
458
523
191
≥100
Betonnen kelder
h≥100 mm
Afvoeropening
E
F
G
A
E
F
G
656
64
09
H
(eenheid: mm)
H
I
J
K
865
165
279
89
De afvoeropening is
afgedicht met een
rubberen stop. Als de
kleine afvoeropening
niet voldoet aan de
afvoervereisten, mag
de grote afvoeropening
tegelijkertijd worden
gebruikt.