Onder normale omstandigheden, zie de onderstaande
afbeeldingen voor de installatie van het apparaat:
Unit
5~16 kW
Bij sterke wind waarbij de windrichting voorzienbaar is,
moet u de onderstaande afbeeldingen raadplegen voor
de installatie van het apparaat (ze zijn allemaal
toepasbaar):
Draai de zijde van de luchtuitlaat in de richting van de
muur, omheining of vliegengaas van het gebouw.
Unit
5~9kW
12~16 kW
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is om het apparaat
te installeren.
Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek ten opzichte
van de windrichting.
Leg een waterafvoerkanaal rondom de fundering aan
om afvalwater rondom het apparaat af te voeren.
Als het afvoeren van het water uit het apparaat niet
gemakkelijk gaat, monteer het apparaat dan op een
fundering van betonblokken enz. (de hoogte van de
fundering moet ongeveer 100 mm (3,93 inch) bedragen.
Als u het apparaat op een frame installeert, moet u aan
de onderzijde van het apparaat een waterdichte plaat
(ongeveer 100 mm) installeren om inkomend water
vanaf de onderzijde te voorkomen.
Bij het installeren van het apparaat op een plaats die
regelmatig blootgesteld staat aan sneeuw, moet u er
specifiek voor zorgen dat de fundering zo hoog mogelijk
wordt verheven.
6.1 Kiezen van een locatie in
A (mm)
koude klimaten
≥300
B (mm)
≥1000
≥1500
6.2 Een locatie kiezen in direct zonlicht
08
Als u het apparaat op een
bouwframe installeert, installeer
dan een waterdichte bak
(levering op locatie) (ongeveer
100 mm, aan de onderzijde van
het apparaat) om te voorkomen
dat het afvoerwater druppelt. (zie
de rechterafbeelding).
Zie "Transport" in sectie "4 VOOR DE INSTALLATIE".
OPMERKING
Zorg bij het gebruik van het apparaat in koude
klimaten ervoor dat de onderstaande instructies
worden gevolgd.
Installeer het apparaat met de zuigzijde naar de
muur gericht om blootstelling aan wind te
voorkomen.
Installeer het apparaat nooit op een plaats waar de
zuigzijde rechtstreeks aan wind kan blootstaan.
Installeer een horizontale keerplaat aan de
luchtafvoerzijde van het apparaat om blootstelling
aan wind te voorkomen.
In gebieden met zware sneeuwval is het erg
belangrijk om een installatieplaats te kiezen waar de
sneeuw het toestel niet aantast. Als zijwaartse
sneeuwval mogelijk is, moet u ervoor zorgen dat de
warmtewisselaarspoel niet wordt blootgesteld aan
sneeuw (bouw eventueel een zijdelingse
overkapping).
① Bouw een grote luifel of overkapping.
② Bouw een voetstuk.
Installeer het apparaat hoog genoeg van de grond om
te voorkomen dat hij wordt ondergesneeuwd. (De
hoogte van de voet moet groter zijn dan de grootste
dikte van de sneeuw in de plaatselijke geschiedenis
plus 10 cm of meer)
Aangezien de buitentemperatuur wordt gemeten via de
omgevingstemperatuursensor van het apparaat, dient u
het in de schaduw of onder een afdak te worden
geïnstalleerd om direct zonlicht te vermijden, zodat het
niet wordt beïnvloed door de zonnewarmte.
①
②