8.2.3 Dubbele zoneregeling
Buiten
1
1
Modbus
14
14
12
Code
Assemblage-unit
1
Hoofd-unit
Gebruikersinterface
2
Buffertank (niet meegeleverd)
4
Automatische ontluchtingsventiel
4.1
Afvoerklep
4.2
P_o: Zone 1 circulatiepomp
5
(niet meegeleverd)
10
Expansievat (niet meegeleverd)
12
Filter (accessoire)
14
Afsluitklep (niet meegeleverd)
Vulklep (niet meegeleverd)
15
Ruimteverwarming
Zone1 kan werken in koel- of warmtemodus, terwijl zone2 alleen in warmtemodus kan werken; de bedrijfsmodus en
watertemperatuur worden ingesteld op de gebruikersinterface, het apparaat AAN/UIT wordt geregeld door de
kamerthermostaat. Bij de installatie van het systeem moeten alleen de "HT" aansluitingen worden aangesloten voor de
thermostaat in zone1 en alleen de "CL" aansluitingen voor de thermostaat in zone2.
1) Als "HT" gedurende 15s gesloten blijft, gaat zone1 AAN. Als "HT" gedurende 15s open blijft, gaat zone1 UIT.
2) Als "CL" gedurende 15s gesloten blijft, gaat zone2 AAN. Als "CL" gedurende 15s open blijft, gaat zone2 UIT.
De werking van de circulatiepomp en de klep
Wanneer Zone1 AAN is , wordt P_o actief; Wanneer Zone 1 UIT is, stopt P_o;
Als zone 2 AAN is, schakelt SV3 tussen AAN en UIT volgens de ingestelde TW2, P_C blijft AAN; Als zone 2 UIT is, SV3 is
UIT, P_c stopt met draaien.
De vloerverwarmingscircuits hebben een lagere watertemperatuur nodig in de warmtemodus in vergelijking met de
radiatoren of ventilatorconvector. Om deze 2 instelpunten tot stand te brengen moet een mengstation worden gebruikt om
de watertemperatuur aan te passen aan de vereisten van de vloerverwarmingscircuits. De radiatoren zijn direct
aangesloten op het watercircuit van het apparaat en de vloerverwarmingscircuits bevinden zich na het mengstation. Het
mengstation wordt door het apparaat aangestuurd.
1) Zorg ervoor dat u de 3-weg klep SV2/SV3 juist hebt geïnstalleerd. Zie 9.6.6 "Aansluiting van andere
componenten".
2) Controleer of de bedrading van de kamerthermostaat juist is. Zie 9.6.6 "Aansluiting van andere componenten".
Binnen
2
RT
10
4.1
4
4.2
15
16
16
Code
16
19
23
23.1
23.2
RT
Tw2
FHL 1...n
RAD. 1...n Radiator (niet meegeleverd)
LET OP
5
23
19
Tw2
23.1 23.2
FHL1
FHL2
Assemblage-unit
Afvoerklep (niet meegeleverd)
Collector/distributeur (niet meegeleverd)
Mengstation (niet meegeleverd)
SV3: Mengklep (niet meegeleverd)
P_c: Zone 2 circulatiepomp (niet meegeleverd)
Lage spanning kamerthermostaat
(niet meegeleverd)
Zone 2 temperatuursensor van de
waterstroom (optioneel)
Vloerverwarmingscircuit (niet meegeleverd)
14
RAD.1
ZONE1
RAD.2
RAD.n
ZONE2
FHLn