Voordat u de machine gaat gebruiken
Tips voor betere papierinvoer
Volg ter voorkoming van papierstoringen de onderstaande aanwijzingen.
• Als u normaal of lichtgewichtpapier gebruikt, stelt u de drukbijstellingshendel van de papierinvoer in op "NORMAL"
(normaal) (
). Open vervolgens alle vier papierordeners.
• Als u dik papier gebruikt (zoals kaarten), stelt u de drukaanpassingshendel van de papierinvoer in op "CARD"
(kaart) (
) en opent u de twee binnenste papierordeners.
• Als u glad papier gebruikt, stelt u de drukbijstellingshendel van de papierinvoer in op "CARD" (kaart) (
• Stel de papiergeleiders van de invoerlade en de uitvoerlade en de papierstop in op het papierformaat.
p.35
• Gebruik plat afdrukpapier dat niet is gevouwen. Als u krullend papier moet gebruiken, legt u het afdrukpapier zo dat
de gekrulde delen naar beneden wijzen.
• Het papier kan aan het trommeloppervlak blijven plakken als de bovenmarge van het origineel te klein is of als aan
de bovenkant van het origineel veel inkt wordt gebruikt. U lost dit op door de afdrukpositie te verlagen, zodat er een
bredere bovenmarge is, of door boven- en onderkant van het origineel om te keren. Start het afdrukken vervolgens
opnieuw.
Opslagomstandigheden
Bewaar het afdrukpapier op een platte, droge plek. Als u het papier op een te vochtige plaats bewaart, kan dit papier-
storingen en een slechte afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
Bewaar nadat u het afdrukpapier hebt uitgepakt het overblijvende papier in het pak en bewaar dit in een vochtvrije
doos. Het wordt sterk aanbevolen silicagel in de papieropslagdoos te leggen.
16
Aanbevolen papier
p.33,
p.35
p.33,
p.35
).
p.33
p.32,