Instellingen in de parameterlijst opslaan
1
Druk op [Functies] in het basis-
scherm voor afdrukken.
2
Raak [Sp. papierbestur.] aan.
3
Pas [Papierinvoerinst.] en
[Pap.uitv.aanpas] aan.
LET OP:
• Raadpleeg
p.95 voor meer informatie over
instellingen.
Papierinvoer-/uitvoerinstellingen voor speciaal papier en afdrukmethoden [Uitw.geleid.contr.] [Sp. papierbestur.]
4
Bevestig in het scherm Sp. papier-
bestur. de instellingen.
5
Druk op [Invoer/Bel].
Het scherm Parameterlijst wordt weergegeven.
6
Druk op een toets die nog niet wordt
gebruikt.
Ongebruikte toetsen worden weergegeven met
een ononderbroken lijn.
Gebruikte knoppen worden grijs weergegeven en
zijn niet beschikbaar.
Afdrukfuncties
99