[49] Hoe te gebruiken
Over de zoomvergroting
De zoomvergroting die wordt gebruikt in combinatie met de zoom van de lens, verandert afhankelijk van
het geselecteerde beeldformaat.
Als [
Beeldverhouding] is ingesteld op [3:2]
Bij het opnemen van volformaatbeelden
[Zoom-instelling] : [Enkel optische zoom (inclusief slimme-zoomfunctie)]
[
Beeldformaat]: L -, M 1,5×, S 2×
[Zoom-instelling] : [Aan:HelderBldZoom]
[
Beeldformaat] : L 2×, M 3×, S 4×
[Zoom-instelling] : [Aan: Digitale zoom]
[
Beeldformaat] : L 4×, M 6,1×, S 8×
Bij het opnemen van beelden in het APS-C-formaat
[Zoom-instelling] : [Enkel optische zoom (inclusief slimme-zoomfunctie)]
[
Beeldformaat]: L -, M 1,3×, S 2×
[Zoom-instelling] : [Aan:HelderBldZoom]
[
Beeldformaat] : L 2×, M 2,6×, S 4×
[Zoom-instelling] : [Aan: Digitale zoom]
[
Beeldformaat] : L 4×, M 5,2×, S 8×
[50] Hoe te gebruiken
Zoomring draaien
Wijst de functies inzoomen (T) of uitzoomen (W) toe aan de draairichting van de zoomring. Alleen
beschikbaar bij elektrisch bediende zoomlenzen die deze functie ondersteunen.
1. MENU →
(Eigen instellingen) → [Zoomring draaien] → gewenste instelling.
Menu-onderdelen
Links(W)/Rechts(T) (standaardinstelling):
Wijst de functie uitzoomen (W) toe aan de draairichting linksom en de functie inzoomen (T) aan de
draairichting rechtsom.
Rechts(W)/Links(T):
Wijst de functie inzoomen (T) toe aan de draairichting linksom en de functie uitzoomen (W) aan de
De opnamefuncties gebruiken
De opnamefuncties gebruiken
De zoom gebruiken
De zoom gebruiken