Op een buitengewone hete, koude of vochtige plaats
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde auto, kan de camerabehuizing door de hitte vervormen,
waardoor een storing kan optreden.
Opslaan onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron
De camerabehuizing kan verkleuren of vervormen, waardoor een storing kan optreden.
Op plaatsen onderhevig aan trillingen
In de buurt van een sterk magnetisch veld
Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat er geen zand of stof in het apparaat komt. Hierdoor kan in het apparaat een
storing optreden, en in sommige gevallen kan deze storing niet worden gerepareerd.
Op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid
(Hierdoor kan de lens beschimmelen.)
De camera opbergen
Bevestig altijd de lensdop op de voorkant van de lens of de lensvattingdop wanneer u de camera niet
gebruikt. Om te voorkomen dat stof en vuil in de camera terechtkomt, verwijdert u het stof vanaf de
lensvattingdop voordat u deze op de camera bevestigt.
Voorzorgsmaatregelen bij het dragen
Draag de camera niet terwijl deze op een statief is bevestigd. Hierdoor kan het schroefgat voor het
statief uitbreken.
Bedrijfstemperatuur
Uw apparaat is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C. Gebruik bij extreem lage
of hoge temperaturen buiten dit bereik, wordt niet aanbevolen.
Condensvorming
Als het apparaat rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van het apparaat. Deze vochtcondensatie kan een
storing in het apparaat veroorzaken.
Om condensvorming te voorkomen wanneer u het apparaat rechtstreeks van een koude naar een
warme plaats overbrengt, plaatst u het eerst in een plastic zak die u goed afsluit om te voorkomen dat
er lucht in kan komen. Wacht ongeveer een uur totdat de temperatuur van het apparaat gelijk is aan
de omgevingstemperatuur.
Als vocht condenseert, schakelt u het apparaat uit en wacht u ongeveer een uur om het vocht te laten
verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen
de opgenomen beelden niet helder zijn.
Over de functies die beschikbaar zijn met het apparaat
Deze handleiding beschrijft de functies van de 1080 60i-compatibele apparaten en de 1080 50i-
compatibele apparaten. Om te controleren of dit apparaat een 1080 60i-compatibel apparaat of een
1080 50i-compatibel apparaat is, kijkt u of de volgende merktekens op de onderkant van het apparaat
staan.
Apparaat geschikt voor 1080 60i: 60i
Apparaat geschikt voor 1080 50i: 50i
Deze camera is compatibel met bewegende beelden van het formaat 1080 60p of 1080 50p. Anders dan