TL-licht: koel wit:
De kleurtemperatuur wordt ingesteld op witte fluorescerende verlichting.
TL-licht: daglichtwit:
De kleurtemperatuur wordt ingesteld op neutrale, witte fluorescerende verlichting.
TL-licht: daglicht:
De kleurtemperatuur wordt ingesteld op daglichtachtige fluorescerende verlichting.
Flitslicht:
De kleurtemperatuur wordt ingesteld op flitslicht.
Onderwater automat.:
De kleurtemperatuur wordt ingesteld op opnemen onderwater.
Kl.temp./Filter:
Past de kleurtinten aan afhankelijk van de lichtbron. Bereikt het effect van CC-filters (Color
Compensation) voor fotografie.
Eigen 1/Eigen 2/Eigen 3:
Gebruikt de witbalansinstelling opgeslagen in [Eigen instelling].
Eigen instelling:
Slaat de basiswitkleur op onder de lichtomstandigheden voor de opnameomgeving.
Selecteer een nummer van de opgeslagen eigen witbalans.
Hint
U kunt de rechterkant van het besturingswiel gebruiken om het fijnregelscherm af te beelden en de
kleurtemperatuur naar wens te fijnregelen.
In [Kl.temp./Filter] kunt u de rechterknop gebruiken om het kleurtemperatuurinstelscherm af te beelden
en een instelling te maken. Wanneer u nogmaals op de rechterknop drukt, wordt het fijnregelscherm
afgebeeld waarop u naar wens kunt fijnregelen.
Opmerking
[Witbalans] ligt vast op [Automatisch] in de volgende situaties:
[Slim automatisch]
[Superieur automat.]
[Scènekeuze]
[111] Hoe te gebruiken
De basiswitkleur opslaan in [Eigen instelling].
In een scène waarin het omgevingslicht bestaat uit meerdere soorten lichtbronnen, adviseren wij u de
eigen witbalans te gebruiken om de witte kleuren nauwkeurig te reproduceren.
1. MENU →
(Camera- instellingen) → [Witbalans] → [Eigen instelling].
2. Houd het apparaat zo dat het witte gebied volledig het AF-gebied in het midden bedekt en druk
vervolgens op
De gekalibreerde waarden (kleurtemperatuur en kleurfilter) worden afgebeeld.
De opnamefuncties gebruiken
in het midden van het besturingswiel.
De kleurtinten aanpassen