Wanneer het apparaat vaststelt dat automatische scherpstelling ingeschakeld is, wordt het
gezichtsherkenningskader wit. Wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt, wordt het kader
groen.
In het geval u de volgorde van de prioriteit voor elk gezicht hebt geregistreerd met
[Gezichtsregistratie], selecteert het apparaat automatisch het gezicht met de hoogste prioriteit en
wordt het gezichtsherkenningskader rond dat gezicht wit. De gezichtsherkenningskaders van andere
geregistreerde gezichten worden roodpaars.
Tips voor effectiever opnemen van lachende gezichten
Bedek de ogen niet met haar en houd de ogen een beetje dicht.
Verberg het gezicht niet met een hoed, masker, zonnebril, enz.
Probeer het gezicht te richten op het apparaat en houd het gezicht zo rechtop mogelijk.
Glimlach duidelijk met een open mond. De glimlach is gemakkelijker te detecteren wanneer de tanden
zichtbaar zijn.
Als u op de ontspanknop drukt in de lach-sluiterfunctie, neemt het apparaat het beeld op. Na het
opnemen keert het apparaat terug naar de lach-sluiterfunctie.
Hint
Als [Lach-/Gezichtsherk.] is ingesteld op [Lach-sluiter], kunt u de lach-herkenningsgevoeligheid
selecteren uit [Aan: glimlach], [Aan: normale lach] en [Aan: schaterlach].
Opmerking
U kunt de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruiken met de volgende functies:
Bij gebruik van een andere zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie
[Panorama d. beweg.]
[Foto-effect] is ingesteld op [Posterisatie]
Bij gebruik van de functie [Scherpst. vergroten].
[Scènekeuze] is ingesteld op [Landschap], [Nachtscène] of [Zonsondergang].
Maximaal acht gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend.
Het apparaat detecteert mogelijk helemaal geen gezichten of kan andere voorwerpen detecteren als
gezichten onder bepaalde omstandigheden.
Als het apparaat een gezicht niet detecteert, stelt u de lach-herkenningsgevoeligheid in.
Als u een gezicht volgt met [AF-vergrendeling] terwijl [Lach-sluiter] wordt uitgevoerd, wordt de lach-
herkenning alleen uitgevoerd voor dat gezicht.
[142] Hoe te gebruiken
apparaat instellen
De opnamefuncties gebruiken
De overige functies van dit