•
Houd er rekening mee dat de wielen hun grip kunnen
verliezen tijdens een afdaling. Als het gewicht wordt
verplaatst naar de voorwielen, kunnen de aandrijfwielen
gaan slippen en kunt u niet meer remmen of sturen.
•
Nooit starten of stoppen op een helling. Als de banden
slippen, stop de machine dan, koppel de maaimessen los,
en rijd de helling langzaam af.
•
Wees uiterst voorzichtig met grasvangers of andere
werktuigen. Deze kunnen de machine minder stabiel
maken, waardoor de kans ontstaat dat u de macht over
de machine verliest.
•
Probeer de machine niet in evenwicht te houden door uw
voeten op de grond te zetten.
•
Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels, steil
aflopende oevers of water. Wielen die over randen
heen komen, kunnen tot gevolg hebben dat de machine
omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel
verdrinking kan veroorzaken.
•
Gebruik een loopmaaier en/of een handtrimmer in de
buurt van steile hellingen, greppels, steil aflopende oevers
of water.
Kinderen
Als de bestuurder zich niet bewust is van kinderen in de buurt
kan dit leiden tot tragische ongevallen. Kinderen komen vaak
naar de machine en het maaien kijken. Ga er nooit van uit dat
kinderen op de plaats blijven waar u ze voor laatst zag.
•
Hou kinderen buiten het maaigebied en onder toezicht
van een andere verantwoordelijke volwassene (dus niet
onder toezicht van de bestuurder).
•
Pas goed op en schakel de machine uit als er kinderen in
de buurt komen.
•
Kijk voor en tijdens het achteruitrijden of van richting
veranderen naar achteren, naar beneden en van links naar
rechts om te zien of er kleine kinderen in de buurt zijn.
•
Neem nooit kinderen mee op de machine, ook niet bij
uitgeschakelde maaimessen. Kinderen kunnen van de
machine vallen en ernstig letsel oplopen, of het veilig
gebruik van de machine onmogelijk maken.
•
Als in kind in het verleden op een maaier heeft
meegereden kan het opeens in het maaigebied verschijnen
om weer mee te rijden, en kan dan overreden worden
door de maaier, bij het vooruit of achteruit rijden.
•
Laat kinderen nooit de machine bedienen.
•
Wees extra voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken,
struiken, bomen, het eind van een hek of andere dingen
die het zicht kunnen beperken.
Veiligheid tijdens het slepen
•
Bevestig materiaal dat wordt gesleept, uitsluitend aan het
sleeppunt.
•
Volg de aanwijzing van de fabrikant op met betrekking
tot de gewichtslimiet voor sleepwerktuigen en slepen
op hellingen. Het gesleepte gewicht mag niet hoger
zijn dan het totale gewicht van de machine, bestuurder
en ballast. Gebruik tegengewichten of wielgewichten
zoals aangegeven op het sleepwerktuig of in de
Gebruikershandleiding van het sleepvoertuig.
•
Laat kinderen of andere personen nooit plaatsnemen in
of op gesleepte werktuigen.
•
Op een helling kan het gewicht van een gesleept werktuig
ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen, een hoger
risico op omslaan, en verlies van de controle over de
machine door de bestuurder Verminder het sleepgewicht
en verminder uw snelheid.
•
Hoe zwaarder de gesleepte last, hoe langer de stopafstand
wordt. Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om
te stoppen.
•
Maak grote bochten om ervoor te zorgen dat het werktuig
de machine niet raakt.
5