Ventilatorbehuizing reinigen
Met het oog op een goede koeling moet u het grasscherm, de
koelribben en andere buitenvlakken van de motor te allen
tijde schoon houden.
Verwijder de ventilatorbehuizing en andere uitlaatringen
jaarlijks of om de 100 bedrijfsuren (vaker in zeer stoffige,
vuile omstandigheden). Reinig indien nodig de koelribben en
de buitenvlakken. Zorg ervoor dat de uitlaatringen worden
gemonteerd na de onderhoudswerkzaamheden. Draai de
schroeven van de ventilatorbehuizing vast met een torsie van
7,5 N·m.
Belangrijk: Als u de motor gebruikt met een verstopt
grasscherm, vuile of verstopte koelribben, en/of zonder
uitlaatringen, zal dit leiden tot beschadiging van de
motor als gevolg van oververhitting.
Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van benzine kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Verricht onderhoudswerkzaamheden in verband
met het brandstofsysteem als de motor koud is.
Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel
gemorste benzine opnemen.
• Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de
buurt van open vuur of als de kans bestaat
dat benzinedampen door een vonk kunnen
ontbranden.
Brandstoffilter van de slang
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Brandstoffilter van de slang
vervangen.
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de
brandstofslang monteren.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en
schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in P
motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht
totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Vervang het brandstoffilter van de slang
35
, schakel de
ARKEER
(Figuur
41).