2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans
(Figuur
55).
Opmerking: Als het mes horizontaal blijft, is het in
balans en geschikt voor gebruik.
Opmerking: Als het mes niet in balans is, moet u
wat metaal afvijlen van het uiteinde van de vleugel
(Figuur
54).
1. Mes
3. Herhaal dit indien nodig totdat het mes in balans is.
Maaimessen monteren
1. Monteer het mes op de as
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet
naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om
een goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Monteer de mesversteviger (uitsluitend bij maaidekken
van 81 cm), de klemring (holle kant naar het mes toe)
en de mesbout
(Figuur
3. Draai de mesbout vast met 47 tot 88 N·m.
Maaidek horizontaal stellen
Controleer of het maaidek horizontaal staat telkens wanneer
u het maaidek installeert of wanneer u een ongelijke maaiplek
in uw gras ziet.
Voordat u het maaidek horizontaal afstelt moet u eerst
controleren of er verbogen maaimessen zijn; verwijder en
vervang eventueel verbogen maaimessen; lees
kromme messen (bladz. 40)
Stel het maaidek eerst links/rechts horizontaal, en dan
voor/achter.
Eisen:
•
De machine moet op een egaal vlak staan.
•
Alle 4 banden moeten de juiste spanning hebben, zie
Bandenspanning controleren (bladz.
Gelijkstellen in de breedterichting
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en
schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in P
motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht
totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Zet de maaihoogtehendel in de middelste positie.
Figuur 55
2. Mesbalans
(Figuur
53).
53).
Controle op
voordat u dit doet.
38).
, schakel de
ARKEER
4. Draai het mes/de messen voorzichtig zodat ze zij aan
zij staan
(Figuur 56
1
4
Maaidekken met 1 mes
1. Maaimes horizontaal
2. Vleugel van het mes
2
3
4
Maaidekken met 2 messen
1. Maaimessen evenwijdig
2. Vleugel van het mes
5. Meet tussen de buitenste snijranden en de vlakke
ondergrond
(Figuur 56
Opmerking: Als het verschil tussen de afstanden
groter is dan 5 mm is bijstelling noodzakelijk; ga verder
met de rest van deze procedure.
6. Ga naar de linkerkant van de machine.
7. Draai de borgmoer aan de zijkant los.
8. Breng de linkerkant van het maaidek omhoog of
omlaag door aan de achterste moer te draaien
58).
42
en
Figuur
57).
G014630
3
2
Figuur 56
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
1
G009682
2
4
Figuur 57
3. Buitenste snijranden
4. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot het platte
oppervlak hier.
en
Figuur
57).
4
3
(Figuur