Tips voor bediening en gebruik
Gebruik van de snel-stand van de
gashendel
Voor een optimaal maairesultaat en een maximale
luchtcirculatie moet u de gashendel op S
gras goed af te maaien is lucht nodig; zet de maaihoogte dus
niet te laag en zorg ervoor dat het maaidek niet helemaal door
ongemaaid gras is omgeven. Probeer altijd één zijkant van
de machine vrij van ongemaaid gras te houden, zodat lucht
kan worden aangezogen.
Gebruik van het Smart Speed™
systeem
De hendel van het Smart Speed™ bedieningssysteem bevindt
zich onder de bestuurdersstoel en geeft de bestuurder de
keuze uit drie snelheidsbereiken: snel, trekken en langzaam.
De instelling voor lage snelheid is geschikt voor het
manoeuvreren van de machine op kleine oppervlakten of
om rond delicate landschapselementen te sturen. U kunt
deze instelling ook gebruiken om een hoge gasstand en
maaisnelheid te combineren met een lage rijsnelheid voor een
hogere maaikwaliteit.
Wanneer u een gazon voor de eerste
keer maait
Laat het gras iets langer dan normaal, om te voorkomen dat
oneffenheden in het gras volledig worden weggemaaid. In
het algemeen kan het best de voorheen gebruikte maaihoogte
worden gekozen. Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat
maaien, kunt u het best in twee keer maaien om een goed
maairesultaat te verkrijgen.
Het gras 1/3 maaien
Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3 van de lengte
van het gras af te maaien. Meer afmaaien wordt afgeraden,
tenzij het gras dun is, of in de late herfst, wanneer het gras
langzamer groeit.
Maairichting afwisselen
Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat het
gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een betere
verspreiding van het maaisel, wat de vertering en bemesting
ten goede komt.
Maaien met de juiste tussenpoos
Normaal gesproken moet u om de 4 dagen maaien. Houd er
echter rekening mee dat gras niet het hele jaar door even snel
groeit. Om dezelfde maaihoogte te behouden, wat een goede
gewoonte is, moet u in het vroege voorjaar vaker maaien. Als
zetten. Om het
NEL
27
de groeisnelheid in de zomer afneemt, maait u minder vaak.
Als u langere tijd niet hebt kunnen maaien, maait u eerst
op een hoge maaihoogte. Maai 2 dagen later op een lagere
maaihoogte.
Gras niet te kort afmaaien
Als de maaibreedte van het maaidek groter is dan die van
het maaidek dat u voorheen gebruikte, zet u de maaihoogte
hoger. Hierdoor voorkomt u dat oneffenheden te kort
worden afgemaaid.
Lang gras maaien
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten groeien of als
het een hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte hoger
dan normaal instellen en het gras op deze hoogte maaien.
Maai het gras daarna op de lagere, normale hoogte.
Stoppen
Als u de machine tijdens het maaien moet stoppen, kan
er een kluit maaisel op uw gazon achterblijven. Om dit
te voorkomen kunt u naar een reeds gemaaid oppervlak
gaan met de messen ingeschakeld, of u kunt het maaidek
uitschakelen terwijl u vooruitgaat.
Onderkant van het maaidek
schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van
het maaidek. Als zich gras en vuil in het maaidek verzamelt,
leidt dat uiteindelijk tot een onbevredigend maairesultaat.
Onderhoud van de maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een scherp
maaimes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het
te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en kwetsen wordt
het gras bruin aan de randen, waardoor het langzamer groeit
en gevoeliger is voor ziekten. Controleer na elk gebruik of de
maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd zijn.
Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de messen
indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten
is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel
Toro-mes.