Achteruitrijden
Opmerking: Wees altijd voorzichtig als u achteruitrijdt of
draait.
1. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand.
2. Om achteruit te rijden, kijkt u achteruit en naar
beneden terwijl u de rijhendels langzaam achteruit trekt
(Figuur
15).
Figuur 15
Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijke druk
uitoefenen op beide rijhendels
Om te draaien, vermindert u de druk op de rijhendel
in de richting waarin u wilt draaien.
Om te stoppen, zet u de rijhendels in de V
Het Smart Speed
gebruiken
De hendel van het Smart Speed
zich onder de bestuurdersstoel
bestuurder de keuze uit drie snelheidsbereiken: trimmen,
slepen en maaien.
Figuur 16
1. Smart Speed hendel
G008953
(Figuur
15).
RIJSTAND
TM
besturingssysteem
TM
besturingssyteem bevindt
(Figuur
16) en geeft de
Om van snelheid te veranderen, gaat u als volgt te werk:
1. Zet de rijhendels in V
P
.
ARKEER
2. Schakel de aftakas uit.
3. Zet de hendel in de gewenste stand.
Wat volgt, is uitsluitend bedoeld als gebruiksaanbeveling. De
instelling is afhankelijk van de grassoort, het vochtgehalte en
de hoogte van het gras.
Aanbevolen
Trimmen
gebruik:
Parkeren
X
Zwaar, nat
X
gras
Instructie
X
Maaisel
opvangen
Mulchen
Normaal
maaien
Transport
Trimmen
Dit is de laagste snelheid. Deze snelheid wordt aanbevolen
voor de volgende gevallen:
•
Parkeren
•
Zwaar, nat gras maaien
•
.
Instructie
Slepen
Dit is de middelste snelheid. Deze snelheid wordt aanbevolen
voor de volgende gevallen:
•
Maaisel opvangen
•
Mulchen
Maaien
Dit is de hoogste snelheid. Deze snelheid wordt aanbevolen
voor de volgende gevallen:
•
Normaal maaien
•
De machine transporteren
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, moet u de rijhendels in de
V
zetten en naar buiten in de P
RIJSTAND
duwen, de aftakas uitschakelen, de gashendel tussen Half en
Vol zetten en het contactsleuteltje op UIT draaien. Verwijder
het sleuteltje uit het contact.
20
en dan naar buiten in
RIJSTAND
Slepen
Maaien
X
X
X
X
ARKEERSTAND