Opname voor vastgestelde onderwerpen (Onderwerpstand)
B
Opmerking over de onderwerpstand Autom. scènekeuzeknop
• Digitale zoom is niet beschikbaar.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de camera eventueel de gewenste onderwerpstand niet
selecteren. In dit geval schakelt u over naar de stand A (auto) (A 26) of selecteert u de gewenste
onderwerpstand handmatig (A 58).
C
Scherpstellen in de onderwerpstand Autom. scènekeuzeknop
• Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert in de onderwerpstand Autom. scènekeuzeknop,
dan stelt deze scherp op dat gezicht. Zie "Gezichtsherkenning" (A 41) voor meer informatie.
• Wanneer de aanduiding voor de opnamestand d of i (close-up) wordt weergegeven, selecteert de
camera automatisch één (of meer) van de negen scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het
dichtst bij de camera bevindt.
C
Beschikbare functies in de onderwerpstand Autom. scènekeuzeknop
Wanneer op de linker of onderste tab wordt getikt om de instelknoppen weer te geven, kunnen de
instellingen voor de flits-stand (A 34), zelfontspanner (A 36), belichtingscorrectie (A 39), beeldmodus
(A 43) en aanraakopname (A 45, 50) worden gewijzigd.
• a (auto; standaardinstelling) of c (uit) flits-stand kan worden toegepast (A 34). Als a (auto) wordt
toegepast, selecteert de camera automatisch de optimale instelling voor de flits-stand voor de door de
camera geselecteerde onderwerpstand. Als c (uit) wordt toegepast, wordt de flitser niet gebruikt,
ongeacht de opnameomstandigheden.
• De macro-stand is uitgeschakeld. De macro-stand is alleen ingeschakeld wanneer de camera de
onderwerpstand Close-up selecteert.
• Wijzigingen die aan de instelling voor de Beeldmodus worden aangebracht, zijn van toepassing op alle
opnamestanden.
62