Gezichtsherkenning
Wanneer de camera in de hierna vermelde opnamestanden
naar een menselijk gezicht wordt gericht, detecteert de camera
het gezicht automatisch en stelt hierop scherp. Wanneer de
camera meer dan één gezicht detecteert, wordt de dubbele
rand (scherpstelveld) weergegeven rond het gezicht waarop is
scherpgesteld, en een enkele rand rond de andere gezichten.
Opnamestand
A (auto)-stand (A 26)
Onderwerpstand Autom.
scènekeuzekn., Portret,
Nachtportret (A 58)
Stand Slim portret (A 74)
• Wanneer in de stand A (auto) geen gezichten worden gedetecteerd wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, selecteert de camera automatisch één (of meer)
van de negen scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt.
• In de onderwerpstand Autom. scènekeuzekn. wijzigt het scherpstelveld
overeenkomstig het geselecteerde onderwerp.
• Wanneer in de onderwerpstand Portret en Nachtportret of in de stand Slim
portret geen gezichten worden gedetecteerd wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
• Tik op een gezicht dat omgeven is door een enkele rand om het scherpstelveld naar
dat gezicht te verplaatsen (A 45, 50).
• In de stand Onderwerp volgen wordt het onderwerp gevolgd zodra op een
gedetecteerd gezicht wordt getikt dat omgeven is door een rand (A 48).
B
Opmerkingen over de functie Gezichtsherkenning
• In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen is achter een zonnebril of andere voorwerpen
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
• Wanneer zich meer dan één gezicht binnen het kader bevindt, hangen de gezichten gedetecteerd door
de camera en het gezicht waarop de camera scherpstelt af van een aantal factoren, zoals de richting
waarin de gezichten kijken.
• In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld zoals vermeld in "Autofocus" (A 31), werkt de autofocus mogelijk niet
zoals verwacht en wordt mogelijk niet scherpgesteld op het onderwerp hoewel de dubbele rand groen
oplicht. In deze situatie stelt u opnieuw scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van
de camera bevindt als het eigenlijke portretonderwerp (A 52).
C
Opmerkingen over foto's met gedetecteerde gezichten
• Als foto's waarin tijdens de opname een gezicht werd gedetecteerd, worden weergegeven, worden de
foto's automatisch gedraaid voor de weergave, overeenkomstig de oriëntatie van het gedetecteerde
gezicht. Dit geldt niet voor foto's die werden gemaakt met Continu, BSS en Multi-shot 16 (A 54) of
met de functie Onderwerp volgen (A 48).
• In schermvullende weergave wordt de foto vergroot met het gezicht dat tijdens de opname werd
gedetecteerd in het midden van de monitor wanneer de zoomknop naar g (i) (A 84) wordt gedraaid,
behalve foto's die werden gemaakt met Continu, BSS en Multi-shot 16 (A 54) of met de functie
Onderwerp volgen (A 48).
Aantal gezichten dat kan
worden gedetecteerd
Maximaal 12
Maximaal 3
Een opnamestand selecteren
Scherpstelveld
(dubbele rand)
Het gezicht dat zich het
dichtst bij de camera
bevindt
Het gezicht dat zich het
dichtst bij het midden van
het beeld bevindt
3 3 3
41